Met
de komst van Mies en Floyd kregen we een ander ritme in ons bestaan.
Suzanne
zorgde zoveel mogelijk zelf voor ze.
Maar
als ze moest werken, dan deden wij het.
Het
werd een soort automatisme, als je opstond, eerst even naar buiten kijken wat
M&F deden.
Hun
favoriete “hangplek” was boven in de wei bij het kippenhok.
Je
leerde om aan hun houding te zien of alles in orde was. `s Zomers konden ze
grazen dat het een lieve lust was.
We
moesten zelfs de weiden verdelen in vakken, anders kregen ze teveel gras naar
binnen, met gevaar voor koliek.
We
hebben ze zelfs een poosje, als test, knoflook gevoerd dat zou de vliegen
weghouden.
Elke
avond werd er een bol knoflook gepeld en door zemelen gedaan en dat aten ze
heerlijk op!
Het
gevolg was dat ze inderdaad in een walm van knoflook rondliepen, laat staan als
ze een wind lieten, maar ze werden uiteindelijk te dik van de zemelen.
Plus
dat de knoflook toch geen wondermiddel was om vliegen te weren, dus daar waren
we maar mee gestopt.
We
deden toen maar weer hun halsters `s morgens om, waaraan een vliegengordijn
vastzat. `s Avonds deden we dat weer af.
Overdag
was het opletten of Mies niet met een halster scheef over zijn oren met
afzakkend vliegengordijn liep, omdat Floyd het wel leuk vond om aan die
koordjes te trekken!
Wij
noemde Floyd altijd een “meidengek”, want hij kon goed met vrouwen opschieten.
Mies
was ondanks zijn meisjesnaam toch een jongen, een ruin. Op zijn stamboom had
hij een hele chique naam, dus Mies was zijn roepnaam.
Floyd was ook een ruin. Suzanne had hem van
een vriendin, die Floyd zijn moeder had, gekregen als veulen.
Als Joep `s morgens de halsters om ging doen,
was het bij Mies geen probleem. Floyd echter presteerde het heel vaak om op het
moment suprême, waarop je in een vloeiende beweging het halster om wilde doen,
er vlug tussenuit te galopperen.
Na
diverse pogingen, waarbij Floyd dan verderop uitdagend, afwachtend stond te
kijken, wat er zou gaan gebeuren, koos Joep, lichtelijk gefrustreerd voor de
beste oplossing.
Hij
kwam met het halster in zijn hand de keuken in, met het vriendelijke verzoek of
ik het wilde doen!
Ik
liep dan naar de wei en riep dan met iets hogere stem: “Floydje! Floydje! Kom
maar joh, bij het vrouwtje!”
En
dan kwam hij vrolijk op me af en kon ik het halster omdoen, waarbij de riemen
bij de oren en het vliegengordijn wel gelijk goed moesten zitten.
En
dat zonder brokjes of worteltje als beloning te geven!
Dat
was altijd zó een mooi moment als Joep dan vroeg: “En lukte `t?”
En
ik dan bevestigend kon antwoorden, dat het geen probleem was!
Ze
kregen trouwens nooit een “tussendoortje”, ze waren dat wel gewend toen ze in
Nederland op de manege/pension stonden.
Dat
hadden we ze afgeleerd, we wilden niet dat als we bij ze kwamen ze gelijk aan
je handen gingen staan snuffelen of bij je zakken van je jas stonden te zoeken.
We
haalden hooi bij een andere boer, in mooie kleine hanteerbare rechthoekige baaltjes,
van een mooie kwaliteit met een blauwe gloed, een teken dat er daar veel
magnesium in die grond zat.
Ons
eigen hooi werd door de buurmannen in van die grote balen geperst en daar was
de zolder van onze stal niet op ontworpen.
Voor
Joep was het géén straf om hooi te halen bij die mensen.
Hij
werd er altijd gastvrij ontvangen, er werden wetenswaardigheden uitgewisseld en
de fles kwam op tafel.
In
die fles zat een zelfgestookte drank, die sterker was dan wijn en geschonken
werd in een formaat van limonade glazen. Uiteraard kon je niet na één glas
zeggen: “Nee bedankt! Enne daar was het véél te lekker voor!”
Het
gevolg was dat Joep compleet gelukkig met een roze bril op door het Franse
landschap reed.
Hij
genoot van de vergezichten, dacht nog eens na over de gevoerde gesprekken en
kwam super vrolijk thuis.
Een keer toen Suzanne er ook bij was, waren ze
toch wel bijna in een greppel gereden!
Thuisgekomen
moest er nog wel gewerkt worden.
De
auto met aanhanger werd zo dicht mogelijk bij de stal geparkeerd en de baaltjes
werden omhoog gestoken naar de zolder van de stal.
Ik
hielp soms ook wel mee, maar meestal bestond mijn taak uit het bewaken van de
auto en om M&F uit de buurt te houden.
Ze
vonden de ruitenwissers wel interessant en wilden alvast beginnen aan het hooi
op de aanhanger.
In
de Herfst hebben we onze mooie statige eiken bomen wel eens vervloekt.
Waarom?
Als
de eikels gingen vallen, waren M&F er als de kippen bij.
Ze
stonden dan niet bepaald geruisloos de eikels te vermalen in hun mond.
Het
eten van eikels is gevaarlijk voor paarden, door het looizuur wat er in zit.
Onze
dierenarts zei, dat soms een handvol eikels opeten al fatale gevolgen kon
hebben voor sommige paarden.
Wij
hadden de plekken bij de eiken waar het meeste viel, al afgezet met
schrikdraad, dus daar konden ze niet komen.
Helaas
stond er een eik, precies op een plek waar ze wel langs moesten kunnen om in hun
stal te komen of om naar een andere wei te gaan.
Dus
gingen we elke dag gewapend met kruiwagens, harken en de bak om drollen op te
scheppen aan de slag. En maar harken, opvegen in de bak en legen in de
kruiwagens. Soms wel een aanhanger vol!
Dat
heeft me toen een tennisarm opgeleverd.
En
het meest irritante vond ik, als M&F quasi gezellig bij ons kwamen staan
kijken. Om vervolgens toch, ondanks onze waarschuwingen weer snel een paar eikel te
pakken.
Het
was een zegen als we een jaar met een slechte “oogst” te maken hadden.
Op
een keer merkten we dat de schapen van de buren door een heg heen gekomen
waren. Zagen we ineens allemaal witte wolbalen rondlopen in de weide.
M&F
vonden het ook wel amusant en dachten: “ Kom laten we er eens leuk tussendoor
gaan galopperen”!
We
zagen het al voor ons, een paar van die wolbalen op hun rug, die niet meer
overeind zouden kunnen komen met alle ellende van dien!
Wij
zijn toen snel naar boven in de wei gelopen en Joep stuurde M&F allereerst
weg, met een arm omhoog zwaaiend richting het kippenhok, terwijl hij streng
zei: “Wég wezen jullie @#%$* hup!”
Gelukkig
konden we het spreekwoord: “Als er één schaap over de dam is……”
in
de praktijk brengen. We slaagden er in om één schaap door het gat in de heg
terug te krijgen en zo konden we rustig toezien hoe de rest er achteraan ging.
M&F
stonden op veilige afstand het schouwspel te bestuderen en als we zagen dat ze
ook maar één poot (sorry been!) verzette om het misschien nog eens te proberen,
dan zwaaiden we met ons armen weer richting kippenhok.
Onze
zoveelste missie was wéér geslaagd.
*************
RECEPT.
PAVLOVA MET VANILLE IJS EN ROOD FRUIT.
Deze pavlova heb ik niet zelfgemaakt, maar is door de schoonmoeder van mijn dochter gemaakt, ter ere van onze familiedag. Ik heb alleen geholpen met de decoratie!
Deze is gemaakt uit 10 eiwitten met suiker, maar dat was dan ook meer dan voldoende voor 12 personen.
Ingrediënten voor 4 personen:
- 4 eiwitten
- 200 gram kristalsuiker
- 1 theelepel wijnazijn
- 1/2 theelepel maïzena
- 250 ml slagroom
- 1 bak vanille ijs.
- rood fruit naar keuze
Verwarm de oven voor op 120 graden.
Schep het ijs een dag van tevoren in een ronde kom en laat het daarin in de vriezer staan.
Klop de eiwitten stijf met de suiker in een vetvrije kom en voeg tijdens het kloppen de azijn en maïzena toe. Klop totdat het eiwit mooi glanzend is.
Bekleed de bakplaat met bakpapier en strijk hier het eiwit op uit in een cirkel, maak een opstaande rand.
Laat de meringue plm. 1 uur en 30 minuten drogen in de oven.
Zet de oven uit en laat de meringue in de oven afkoelen tot kamertemperatuur.
Haal hem uit de oven en laat verder afkoelen.
Voor de garnering; maak het fruit schoon en dep het droog met keukenpapier.
Klop de slagroom, zonder suiker.
Leg de pavlova op een schaal (de onze was daarvoor te groot!) en stort het vanille ijs in de holte in het midden, met de bolle kant omhoog.
Smeer de slagroom rijkelijk op de pavlova en garneer met het fruit.
Succes verzekerd!
***
RECEPT.
PAVLOVA MET VANILLE IJS EN ROOD FRUIT.
Deze pavlova heb ik niet zelfgemaakt, maar is door de schoonmoeder van mijn dochter gemaakt, ter ere van onze familiedag. Ik heb alleen geholpen met de decoratie!
Deze is gemaakt uit 10 eiwitten met suiker, maar dat was dan ook meer dan voldoende voor 12 personen.
Ingrediënten voor 4 personen:
- 4 eiwitten
- 200 gram kristalsuiker
- 1 theelepel wijnazijn
- 1/2 theelepel maïzena
- 250 ml slagroom
- 1 bak vanille ijs.
- rood fruit naar keuze
Verwarm de oven voor op 120 graden.
Schep het ijs een dag van tevoren in een ronde kom en laat het daarin in de vriezer staan.
Klop de eiwitten stijf met de suiker in een vetvrije kom en voeg tijdens het kloppen de azijn en maïzena toe. Klop totdat het eiwit mooi glanzend is.
Bekleed de bakplaat met bakpapier en strijk hier het eiwit op uit in een cirkel, maak een opstaande rand.
Laat de meringue plm. 1 uur en 30 minuten drogen in de oven.
Zet de oven uit en laat de meringue in de oven afkoelen tot kamertemperatuur.
Haal hem uit de oven en laat verder afkoelen.
Voor de garnering; maak het fruit schoon en dep het droog met keukenpapier.
Klop de slagroom, zonder suiker.
Leg de pavlova op een schaal (de onze was daarvoor te groot!) en stort het vanille ijs in de holte in het midden, met de bolle kant omhoog.
Smeer de slagroom rijkelijk op de pavlova en garneer met het fruit.
Succes verzekerd!
***
Wij hebben twee ezels dusk herken heeeeeeel veel in je verhaal. Leuk weer hoor.
BeantwoordenVerwijderenGr Baukje
Oh wat herkenbaar met de vliegengordijnen-altijd zaten die dingen scheef omdat ze hun hoofd ergens langs schuurden.Het was geen gezicht die dingen scheef op hun hoofd.
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk verhaal weer Sylvia
groetjes,Truus uit Drenthe
Wat een heerlijke ondeugende paarden, leuk en gezellig dat je ze zo in de gaten kon houden.Wat een heerlijk recept staat er weer op je blog.
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Ineke
Wat hebben jullie daar toch veel meegemaakt. Het is dat mijn kleindochter nu ook paard rijdt, zodat ik de namen van de paarden ook ken. Weer genoten van je verhaal. Groetjes Wilma
BeantwoordenVerwijderen