Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

zaterdag 15 augustus 2015

STAKINGEN met nog een staartje!



In de loop der jaren zagen we heel wat stakingen op de Franse televisie voorbij komen.
Meestal begon dat in september weer op te leven. Had men natuurlijk eerst even rustig vakantie gehouden en daarna; hup op de barricade!
Wij vonden het altijd zo frappant dat de gedupeerden van een staking het altijd zo rustig en gelaten over zich heen lieten gaan.
Werd er bijvoorbeeld iemand geïnterviewd op een overvol station dan was steevast het antwoord: “Ce n`est pas grave! C`est comme ça!”
(Het is niet erg, het is zo!)

Wij maakten het ook een keer mee. Joep, zijn rijbewijs was aan vernieuwing toe en daartoe hadden we alle paperassen met medische keuring al bij de Prefecture ingeleverd. In Frankrijk moet je al medisch gekeurd worden voor het “E-gedeelte” van je rijbewijs, dat is het rijden met aanhanger.
In Nederland kreeg je vroeger, zoals wij het later noemden; dat gewoon cadeau, je had altijd B-E.
 Ik moest er toch niet aan denken dat ik ondanks mijn E, achteruit met een aanhanger volgestouwd met hooi zou moeten rijden!
Maar goed het nieuwe rijbewijs van Joep lag op ons te wachten bij de Prefecture.
We deden eerst onze boodschappen in Moulins en gingen naar de Prefecture.
We hadden de auto een eindje verderop geparkeerd en liepen naar de ingang.
Tot onze verbazing zagen we dat het daar wel erg druk was.
De toegangsdeuren waren gebarricadeerd door echt een hele hoge berg hompen vers vlees, als protest tegen de prijzen, dat de boeren voor hun slachtvee kregen.
En we dachten ze hebben ergens nog gelijk ook, hoewel het in onze ogen nogal rigoureus was.
Dus “Ce n`est pas grave! C`est comme ça!”
Het rijbewijs liep niet weg!
We wisten van onze buren met de boerderij dat de prijs per kilo voor hun koeien belachelijk laag was. In afwachting van misschien een prijsstijging, hadden zij ook al op zijn minst twintig koeien meer dan normaal!


Een andere keer troffen we het, dat er op de parkeerplaats van een grote supermarkt, een vrachtwagen vol met perziken leeggestort werd.
Er was een periode dat op de bordjes bij het fruit en de groente in de supermarkt, niet alleen het land van herkomst, ook de prijs in francs, ondanks de euro, moest worden vermeld, maar ook de prijs die de tuinder er voor had gekregen.
Nou daar zat een schrikbarend verschil in, via de tussenhandel met de verkoopprijs en we als we dat lazen stonden we er versteld van, dat ze er zó weinig per kilo voor kregen.
Voor al het werk dat ze daarvoor moesten verrichten, nog afgezien van investeringen en bedrijfskosten.
Begrijpelijk!

Het was ook een rare gewaarwording toen we in de grote LeClerc waren en we
 stonden te dubben of het nou wél of niet verantwoord was om een “Choux Chantilly” 

(slagroomsoes) te kopen en we ineens gemekker hoorden!
De boeren kwamen LeClerc binnen en lieten lammetjes los in de winkel in de buurt van de vleesafdeling.
Het was als protest tegen de lage kiloprijs, die zij ontvingen voor hun lamsvlees in verband met de moordende concurrentie van Nieuw-Zeelands lamsvlees.

In Lyon, daar moesten we naar toe, naar het Nederlandse consulaat om onze Nederlandse paspoorten te verlengen.
Nou was dat wel iets verder weg, dan dat je in Nederland in je woonplaats naar het Gemeentehuis kunt gaan. Voor ons was het een ritje van ruim tweehonderd kilometer.
Dus we maakten er een uitstapje van. Gewapend met nieuw gemaakte pasfoto`s, konden we nadat we eindelijk langs de Rhône een parkeerplaats hadden gevonden, op zoek naar het consulaat.
Het was gevestigd in een winkelstraat, boven een opticien, waar je met een kleine ouderwetse lift, met van die opengewerkte ijzeren kanten omhoog ging.
Daar aangekomen, bleken onze nieuw gemaakte pasfoto`s niet goed!
Ik weet het niet meer precies, of je nou wel of niet mocht(moest) glimlachen, naar rechts of links moest kijken of recht in de lens?! De afstand tussen je oren speelden ook nog mee!
Maar de Mevrouw daar was goed voorbereid en ze vertelde ons dat we in de buurt bij een fotograaf nieuwe pasfoto`s konden laten maken en hij wist precies wat de Nederlandse norm was! Lang leve Europa!
We moesten in de straat rechts af en het grote plein oversteken en daar was de winkel van de fotograaf.
We gingen naar beneden, we hadden boven al een beetje herrie gehoord, we kwamen midden in een betoging terecht! Dit keer als protest tegen sociale arbeidsvoorwaarden van een bepaalde groep. En dan kunnen Fransen ook van leer trekken, ze klommen in lantarenpalen, hielden daar dan een luidkeels betoog, waar iedereen voor joelden en applaudisseerden.
En het hele plein stond nog vol met betogers, die nog allemaal die straat in moesten!
Toen zijn we de MacDo ingevlucht, waar het uitermate rustig was, om uit het voeten getrap te zijn!

In al die jaren ging ik ook weleens alleen met de trein naar mijn moeder in Nederland.  Een treinreis was geen straf voor me, lekker relaxed zitten, nog een beetje patchen, soms kon je in het weekend eerste klas reizen voor de prijs van tweede klas.

Bij ons vandaan duurde de rit tweeënhalf uur naar het Gare de Lyon in Parijs. Dan overstappen, nou ja, overstappen eerst zorgen dat je op het Gare du Nord kwam om de Thalys naar Rotterdam te kunnen nemen.
Soms nam ik de bus of de metro, ook heb ik het een keer op mijn gemak gelopen, anderhalf uur, op mijn nieuwe laarzen en een koffer rijdend (trekkend) achter me aan!



Dan beleef je Parijs pas echt, langs de Place de La Bastille, de grote boulevards zoals Boulevard Beaumarchais en de Magenta, met prachtige gebouwen, leuke winkels en onderweg even stoppen voor een verse croissant of iets anders.
  “Pas mal!” (Niet gek!)

Als ik bij mijn moeder was geweest, was dat altijd heel relaxed, mijn moeder had ook haar eigen programma en we zeiden altijd tegen elkaar:
“Doe jij nou maar gewoon je eigen ding, dan doe ik `t ook”!
We gingen wel bijvoorbeeld samen naar de markt en dronken dan koffie in een restaurant.

Op de terugreis, aangekomen op het Gare du Nord, liep ik naar de metro en ik had geluk dacht ik. De trein stond er nog met de deuren open. Ik wilde instappen, máár toen bleek dat er een staking van het treinpersoneel was!
In eerste instantie viel dat niet op, want het was gewoon druk op het station.
Ik had dit keer niet al teveel overstaptijd, dus ik dacht ik neem een taxi.
Kwam ik buiten stond me daar een rij mensen te wachten en bij navraag bleek dat het nog wel eens anderhalf uur zou kunnen duren, voordat ik aan de beurt was. Gelukkig reden de bussen wel!
Toen ik bij het Gare de Lyon aankwam met de bus, stapte ik uit, ik stond bij een stoplicht voor een zebrapad te wachten, toen er iemand, toen ik net mocht oversteken behoorlijk hard tegen me aan knalde.
Ik was nog zo beleefd om: “Pardon!” te zeggen, alsof het mijn schuld was!
Maar bij die botsing zat een addertje onder het gras?!
In de bus vond ik al dat er iemand behoorlijk dicht tegen me aan stond vlak voor het uitstappen.
En wat bleek toen ik de hal van het Gare de Lyon inkwam, was mijn portemonnee gestolen!
Was het een samenzwering tussen de man in de bus en het joch dat tegen me aan knalde?

Wat doe je zonder portemonnee met nog een treinreis voor de boeg en waarvoor ik dit keer nog geen kaartje had gekocht.
Meestal regelden we alle kaartjes voor heen en terugreis altijd al bij ons op het station in Moulins. Dit keer niet, omdat ik niet wist hoe lang ik weg zou blijven.
In de stationshal van het mooie Gare de Lyon, maar daar had ik even geen oog voor, zag ik een man bij een telefoon staan met een bankpas in zijn hand.
Ik had in de zak van mijn jas gevoeld dat ik er nog één euro in had zitten.
De betreffende man bleek niet helemaal nuchter te zijn, maar ik vroeg of ik in ruil voor dié euro zijn bankpasje mocht gebruiken om snel naar Joep te bellen.
Dat mocht en hij wilde eerst die euro hebben, maar dat wilde ik niet! Eerst bellen en dan afrekenen.
Ik vertelde Joep vlug wat er was gebeurd en of hij mijn Visa en bankpas wilde blokkeren. In mijn portemonnee zat ook mijn rijbewijs en honderd euro cash, die ik van mijn moeder alvast voor mijn verjaardag had gekregen!
Joep sprak me bemoedigend toe en geen paniek!
Gelukkig had ik zoals altijd een bankcheque van onze Franse bank in een ander vakje in mijn tas zitten. Dus ik kon nog wel een kaartje naar huis kopen.

Bij het loket vroeg ik nog waar de politie zat om aangifte te doen. Maar dat was helemaal aan de andere kant van het station en ik was bang om mijn trein te missen.
Ondertussen werd het duidelijk dat er maar één op de drie treinen richting Moulins zouden rijden. Mijn geplande trein zou rijden.
Ik stapte in de stilstaande trein en er kwamen steeds meer mensen in. De coupé zat in no-time vol. De mensen gingen in het gangpad op hun koffers zitten en ondertussen ontstond er een geanimeerde conversatie.
We zaten daar en zaten daar in een stilstaande trein, zonder airco die draaide en het was behoorlijk warm.
Ik had nog maar een klein laagje water in mijn flesje, dus nam ik af en toe kleine slokjes om er zo lang mogelijk mee te doen. We wapperden onszelf koelte toe met kranten en tijdschriften.
Het was nog in het tijdperk dat niet iedereen een mobiele telefoon had, dus toen we uiteindelijk gingen rijden, vroeg ik aan iemand of ik mijn man mocht bellen om door te geven hoe laat ik dan toch nog aan zou komen.
Dat mocht en na mij volgden er nog meer die gratis naar huis mochten bellen!

Joep, was eigenlijk al op de afgesproken tijd in Moulins maar las daar op de borden op het station wat er aan de hand was. Hij had zich gelukkig goed vermaakt, was een hapje gaan eten en had op een terrasje tegenover het station gezeten.

Hij verwachtte eigenlijk dat ik over mijn toeren uit de trein zou stappen, na een lange reis, staking, beroving en geen eten!
Maar niets was minder waar, je legt je neer bij je lot, wat kon je anders doen, je zat er midden in: “Ce n`est pas grave! C`est comme ça!
                                                

                                                     ********

RECEPT.

BONENSOEP MET VENKEL

Dit is een recept van Herman den Blijker, ik kwam het tegen in een kooktijdschrift en het leek me wel leuk om het eens te proberen met hier en daar een kleine wijziging. 
 Het was eigenlijk een advertentie voor een bepaald merk bonenmix, maar ik had de potjes bonen gewoon apart op mijn voorraadplank staan. 


Ingrediënten:

- 1 venkelknol 
- 300 gram kipfilet
- 3 kippenbouillontabletten
- 2 takjes verse tijm
- 1 potje witte bonen
- 1 potje bruine bonen
- 1 blikje kidney beans
- paar handjes verse spinazie
- 1 citroen

Zet de kipfilet in ongeveer 1,5 liter water met de bouillontabletten, de tijm en de schoongemaakte in reepjes gesneden venkel op.
Laat het op een middelhoog vuur zachtjes koken totdat de venkel en kip gaar zijn.
Doe alle bonen in een vergiet en spoel ze af.
Voeg de afgespoelde bonen toe roer alles goed door en verwarm de bonen mee.
Op het allerlaatst de spinazie toevoegen en even laten slinken.
Afmaken met peper en zout naar behoefte en wat citroenrasp.



Het smaakt echt lekker, de anijsachtige smaak van de venkel heft volgens mij de toch een beetje zware smaak van de bonen op! 


                                                               ************


zaterdag 1 augustus 2015

VERVOLG MIES EN FLOYD.



Met de komst van Mies en Floyd kregen we een ander ritme in ons bestaan.
Suzanne zorgde zoveel mogelijk zelf voor ze.
Maar als ze moest werken, dan deden wij het.
Het werd een soort automatisme, als je opstond, eerst even naar buiten kijken wat M&F deden.
Hun favoriete “hangplek” was boven in de wei bij het kippenhok.
Je leerde om aan hun houding te zien of alles in orde was. `s Zomers konden ze grazen dat het een lieve lust was.
We moesten zelfs de weiden verdelen in vakken, anders kregen ze teveel gras naar binnen, met gevaar voor koliek.

We hebben ze zelfs een poosje, als test, knoflook gevoerd dat zou de vliegen weghouden.
Elke avond werd er een bol knoflook gepeld en door zemelen gedaan en dat aten ze heerlijk op!
Het gevolg was dat ze inderdaad in een walm van knoflook rondliepen, laat staan als ze een wind lieten, maar ze werden uiteindelijk te dik van de zemelen.

Plus dat de knoflook toch geen wondermiddel was om vliegen te weren, dus daar waren we maar mee gestopt.
We deden toen maar weer hun halsters `s morgens om, waaraan een vliegengordijn vastzat. `s Avonds deden we dat weer af.
Overdag was het opletten of Mies niet met een halster scheef over zijn oren met afzakkend vliegengordijn liep, omdat Floyd het wel leuk vond om aan die koordjes te trekken!
Wij noemde Floyd altijd een “meidengek”, want hij kon goed met vrouwen opschieten.
Mies was ondanks zijn meisjesnaam toch een jongen, een ruin. Op zijn stamboom had hij een hele chique naam, dus Mies was zijn roepnaam.
 Floyd was ook een ruin. Suzanne had hem van een vriendin, die Floyd zijn moeder had, gekregen als veulen.
 Als Joep `s morgens de halsters om ging doen, was het bij Mies geen probleem. Floyd echter presteerde het heel vaak om op het moment suprême, waarop je in een vloeiende beweging het halster om wilde doen, er vlug tussenuit te galopperen.
Na diverse pogingen, waarbij Floyd dan verderop uitdagend, afwachtend stond te kijken, wat er zou gaan gebeuren, koos Joep, lichtelijk gefrustreerd voor de beste oplossing.
Hij kwam met het halster in zijn hand de keuken in, met het vriendelijke verzoek of ik het wilde doen!
Ik liep dan naar de wei en riep dan met iets hogere stem: “Floydje! Floydje! Kom maar joh, bij het vrouwtje!”
En dan kwam hij vrolijk op me af en kon ik het halster omdoen, waarbij de riemen bij de oren en het vliegengordijn wel gelijk goed moesten zitten.
En dat zonder brokjes of worteltje als beloning te geven!
Dat was altijd zó een mooi moment als Joep dan vroeg: “En lukte `t?”
En ik dan bevestigend kon antwoorden, dat het geen probleem was!

Ze kregen trouwens nooit een “tussendoortje”, ze waren dat wel gewend toen ze in Nederland op de manege/pension stonden.
Dat hadden we ze afgeleerd, we wilden niet dat als we bij ze kwamen ze gelijk aan je handen gingen staan snuffelen of bij je zakken van je jas stonden te zoeken.

`s Winters werden ze bijgevoerd met hooi, niet van ons eigen land.

We haalden hooi bij een andere boer, in mooie kleine hanteerbare rechthoekige baaltjes, van een mooie kwaliteit met een blauwe gloed, een teken dat er daar veel magnesium in die grond zat.
Ons eigen hooi werd door de buurmannen in van die grote balen geperst en daar was de zolder van onze stal niet op ontworpen.
Voor Joep was het géén straf om hooi te halen bij die mensen.
Hij werd er altijd gastvrij ontvangen, er werden wetenswaardigheden uitgewisseld en de fles kwam op tafel.
In die fles zat een zelfgestookte drank, die sterker was dan wijn en geschonken werd in een formaat van limonade glazen. Uiteraard kon je niet na één glas zeggen: “Nee bedankt! Enne daar was het véél te lekker voor!”
Het gevolg was dat Joep compleet gelukkig met een roze bril op door het Franse landschap reed.
Hij genoot van de vergezichten, dacht nog eens na over de gevoerde gesprekken en kwam super vrolijk thuis.
 Een keer toen Suzanne er ook bij was, waren ze toch wel bijna in een greppel gereden!
Thuisgekomen moest er nog wel gewerkt worden.
De auto met aanhanger werd zo dicht mogelijk bij de stal geparkeerd en de baaltjes werden omhoog gestoken naar de zolder van de stal.
Ik hielp soms ook wel mee, maar meestal bestond mijn taak uit het bewaken van de auto en om M&F uit de buurt te houden.
Ze vonden de ruitenwissers wel interessant en wilden alvast beginnen aan het hooi op de aanhanger.


In de Herfst hebben we onze mooie statige eiken bomen wel eens vervloekt.
Waarom?
Als de eikels gingen vallen, waren M&F er als de kippen bij.
Ze stonden dan niet bepaald geruisloos de eikels te vermalen in hun mond.
Het eten van eikels is gevaarlijk voor paarden, door het looizuur wat er in zit.
Onze dierenarts zei, dat soms een handvol eikels opeten al fatale gevolgen kon hebben voor sommige paarden.
Wij hadden de plekken bij de eiken waar het meeste viel, al afgezet met schrikdraad, dus daar konden ze niet komen.
Helaas stond er een eik, precies op een plek waar ze wel langs moesten kunnen om in hun stal te komen of om naar een andere wei te gaan.
Dus gingen we elke dag gewapend met kruiwagens, harken en de bak om drollen op te scheppen aan de slag. En maar harken, opvegen in de bak en legen in de kruiwagens. Soms wel een aanhanger vol!
Dat heeft me toen een tennisarm opgeleverd.
En het meest irritante vond ik, als M&F quasi gezellig bij ons kwamen staan kijken. Om vervolgens toch, ondanks onze waarschuwingen weer snel een paar eikel te pakken.
Het was een zegen als we een jaar met een slechte “oogst” te maken hadden.

Op een keer merkten we dat de schapen van de buren door een heg heen gekomen waren. Zagen we ineens allemaal witte wolbalen rondlopen in de weide.
M&F vonden het ook wel amusant en dachten: “ Kom laten we er eens leuk tussendoor gaan galopperen”!
We zagen het al voor ons, een paar van die wolbalen op hun rug, die niet meer overeind zouden kunnen komen met alle ellende van dien!
Wij zijn toen snel naar boven in de wei gelopen en Joep stuurde M&F allereerst weg, met een arm omhoog zwaaiend richting het kippenhok, terwijl hij streng zei: “Wég wezen jullie @#%$* hup!”
Gelukkig konden we het spreekwoord: “Als er één schaap over de dam is……”
in de praktijk brengen. We slaagden er in om één schaap door het gat in de heg terug te krijgen en zo konden we rustig toezien hoe de rest er achteraan ging.
M&F stonden op veilige afstand het schouwspel te bestuderen en als we zagen dat ze ook maar één poot (sorry been!) verzette om het misschien nog eens te proberen, dan zwaaiden we met ons armen weer richting kippenhok.
Onze zoveelste missie was wéér geslaagd.


                                               *************

RECEPT.

PAVLOVA MET VANILLE IJS EN ROOD FRUIT.

Deze pavlova heb ik niet zelfgemaakt, maar is door de schoonmoeder van mijn dochter gemaakt, ter ere van onze familiedag. Ik heb alleen geholpen met de decoratie!
Deze is gemaakt uit 10 eiwitten met suiker, maar dat was dan ook meer dan voldoende voor 12 personen.

Ingrediënten voor 4 personen:

- 4 eiwitten
- 200 gram kristalsuiker
- 1 theelepel wijnazijn
- 1/2 theelepel maïzena
- 250 ml slagroom
- 1 bak vanille ijs.
- rood fruit naar keuze

Verwarm de oven voor op 120 graden.
Schep het ijs een dag van tevoren in een ronde kom en laat het daarin in de vriezer staan.

Klop de eiwitten stijf met de suiker in een vetvrije kom en voeg tijdens het kloppen de azijn en maïzena toe. Klop totdat het eiwit mooi glanzend is.

Bekleed de bakplaat met bakpapier en strijk hier het eiwit op uit in een cirkel, maak een opstaande rand.
Laat de meringue plm. 1 uur en 30 minuten drogen in de oven.
Zet de oven uit en laat de meringue in de oven afkoelen tot kamertemperatuur.
Haal hem uit de oven en laat verder afkoelen.

Voor de garnering; maak het fruit schoon en dep het droog met keukenpapier.
Klop de slagroom, zonder suiker.
Leg de pavlova op een schaal (de onze was daarvoor te groot!) en stort het vanille ijs in de holte in het midden, met de bolle kant omhoog.
Smeer de slagroom rijkelijk op de pavlova en garneer met het fruit.
                                          Succes verzekerd!
                                           
                                                    ***