Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

dinsdag 15 april 2014

VERDER KIJKEN.....




Na ons bezoek aan Fours, reden we verder en toen we Nevers binnen reden, voelden we ons als gestoofde peren in de rode wijnsaus.
In de auto was de temperatuur behoorlijk gestegen en de open raampjes gaven ook al niet vele verkoeling. Het doordringende lawaai van optrekkende vrachtauto`s en de stank van de diesels werkten niet zo rustgevend.
Op een ansichtkaart ziet het er vredig uit. Nevers; met hoog tegen de helling gelegen majestueuze oude gebouwen.
De rivier de Loire stroomt gezapig langs de stad met aantrekkelijk schaduwrijke wandelpaden.
We twijfelden zouden we hier de “Ibis” induiken of zouden we verder gaan?

We gingen verder, richting Moulins-sur-Allier. Volgens ‘LAGRANGE’ een Luilekkerland voor woningzoekenden!
Halverwege passeerden we een wegwijzer, met de plaatsnaam
“Bourbon L`Archambault”.
“Oh”, riep ik in mijn nopjes, vanwege het herkennen van de moeilijke naam.
“Daar moeten we ook nog naar toe. Weet je wel, het plaatsje van die foto met de ruïnes van een kasteel. In “LAGRANGE” hebben we ook nog een advertentie aangestreept van een notaris daar”.
“Laten we daar dan maar eerst neer toe gaan, misschien kunnen we daar wel ergens overnachten, ik heb geen zin om in een drukke stad te gaan zoeken”, zei Joep, terwijl hij snelheid minderde.
We zaten net op het gedeelte van de weg, waar de weg overging in een vierbaansweg. We waren verplicht een paar kilometers door te rijden, voordat we konden keren.
Nadat we gekeerd waren, kwamen we door een paar kleine slapende schilderachtige dorpen.

We waren onder de indruk van de omgeving.
Groene heuvels, de een iets steiler dan de andere, doorsneden met valleien van onder andere de rivier de Allier en kleinere stroompjes.


Bloeiende bomen in roze en wit stonden mooi te zijn tussen het tere groen van andere ontluikende gewassen.
Smalle kronkelende wegen met aan weerszijden hoge heggen, waarin van alles groeide en bloeide, vooral de brem.
De brem, de mimosa van de Auvergne.

In de verte staken de rode daken af tegen een waas van zachtgroen.
Imposante oude eiken stonden her en der in de weilanden.
De voor ons zo witter dan wit aandoende “Charolais” koeien lagen in de schaduw van de eiken.
We waren inmiddels in het departement; de “Allier”, het noordelijke gedeelte van de Auvergne.
We voelden allebei hetzelfde; dit was het Frankrijk wat we voor ogen hadden.

Toen we “Bourbon L`Archambault”  binnen reden, werd dit gevoel alleen nog maar versterkt.


Een levendig plaatsje waar hoog boven de daken van de huizen, de ruïnes van het “Chateau des Ducs de Bourbon” uit torenen. Een gezellige straat met terrasjes, eeuwenoude smalle steile zijstraatjes, winkels en een pleintje voor de “Marie”.
In het centrum zagen we gebouwen, met de “grandeur” van vervlogen tijden en die architectonisch gezien, niet zouden misstaan op de Boulevard des Anglais in Nice.
De meeste van de gebouwen, zijn in gebruik als hotel of worden als gemeubileerde appartementen verhuurd.
Bourbon L`Archambault is een kuuroord voor mensen met reumatische aandoeningen.



In tegenstelling tot andere kuuroorden liepen hier geen mensen rond, die devoot aan een bekertje mineraal houdend water liepen te nippen.
Dat is ook beslist af te raden, want het water komt op een temperatuur van ongeveer vijfenvijftig graden Celsius uit de bron!

We reden een rondje door Bourbon en ons oog viel op een oprit overspannen met een sierlijke boog met de naam “Villa des Fleurs”.
We parkeerden onze auto op de “cour”. We werden gastvrij ontvangen door de eigenaresse.
Er waren nog drie kamers vrij en wij mochten kiezen.
We namen een grote kamer op de eerste verdieping, waar blauw de hoofdkleur was. Hoge ramen met lange blauwe gordijnen, opgehouden door een embrasse. Een mooie antieke marmeren schouw met een spiegel er boven en een zitje gaven de kamer een huiselijk tintje.

Het was nog steeds heerlijk weer. We gingen even uitblazen op het terras, omgeven door een tuin, waar de kleuren van de vroeg bloeiende planten de boventoon voerden.
`s Avonds lieten we ons in de sfeervolle eetzaal, te midden van de andere gasten, verwennen met een smakelijk menu.

De volgende dag gingen we vanuit Bourbon alsnog een kijkje nemen in Moulins. Volgens de advertentie in “LAGRANGE” op zoek naar de makelaar met wel vijfhonderd aanbiedingen!
Toen we in het centrum aankwamen en de auto hadden geparkeerd, werden we getroffen door de charme die “Moulins” uitstraalde.
Een gezellig plein, winkels, terrassen, de overdekte “Halle”, de twee grote kathedralen, die al vanuit de verte te zien waren.
Musea, oude huizen, het “belfort of Jacquemart”, heel verrassend en aantrekkelijk.


We kregen gelijk de neiging om cultureel te gaan doen! Maar we waren uiteindelijk gekomen voor de makelaar met dezelfde naam als het belfort.

Onderweg namen we op een terras nog een glaasje jus d`orange. We keken naar het komen en gaan van auto`s, mensen die boodschappen deden en parkeerwachters, die met gulle hand bonnen uitdeelden!
Meneer “Jacquemart” was niet de enige makelaar merkten we. Bij de tweede etalage, behangen met foto`s en omschrijvingen, werd het ons al te veel om te onthouden, te vergelijken of te beoordelen.
Ook onze handicap van steeds weer moeten plassen speelden ons parten!
Het was wel vreemd dat we er alleen last van hadden, als we voor de “immobiliers” stonden.
Hadden we soms last van een anti-huizenkijk virus??
Of was het een zusje van mijn anti klerenwinkel virus en had ik Joep besmet?
Te veel kleren en te veel mensen, die er kennelijk geen moeite mee hebben om de speld in de hooiberg te vinden. Niks voor mij!

Al kijkend, pratend en steeds toiletten bezoekend, kwamen we tot een conclusie; het scala van aanbiedingen was (weer) te groot voor ons bevattingsvermogen.
We keerden opgelucht terug naar Bourbon.
Heel toepasselijk gingen we op zondag de achtste mei, `s morgens op zoek naar de “Avenue du 8 Mai 1945”, waar het notariskantoor gevestigd zou zijn.
Toen we vanuit de oprit van het hotel de weg op wilden draaien, moesten we eerst voorrang geven, aan een fanfare.
Achter de fanfare liepen een tiental veteranen uit de oorlog, die na hun ereronde door het dorp op weg waren naar het monument voor de jaarlijkse herdenking.

Het kantoor van de notaris was gevestigd in een witte bungalow met een tuin en een hek er omheen, zo op het oog een normaal woonhuis.
Maar er stond een vitrine met aanbiedingen voor het hek op de stoep.
Een verademing, slechts vier aanbiedingen in de vitrine. De aanbiedingen uit “LAGRANGE” stonden er helaas niet bij.
Zou alles al verkocht zijn?
Of was het vanwege plaatsgebrek in de vitrine?
We hoefden zowaar niet te plassen, ondanks ons glas jus d`orange en twee koppen thee bij het ontbijt!
Misschien een goed voorteken?

Volgens het bord, waarop de kantoortijden stonden vermeld, konden we vanaf maandagmiddag twee uur terecht........

                                    ***************************

RECEPT.

Geroosterde boterham met avocado en uitgebakken spek.

Een lekker, simpel lunchgerecht.
- brood naar keuze
- 1 of 2 rijpe avocado`s
- peper,zout,citroensap
- ontbijtspek of bacon.

Rooster de boterhammen. Prak de zachte geschilde avocado`s met het zout, peper en citroensap door elkaar.
Bak het spek knapperig uit.
Beleg de boterhammen met het avocado mengsel en uitgebakken spek.


Daarginds



                                                       ****************

dinsdag 1 april 2014

KIJKEN....KOPEN!?




Toen we in Autun aankwamen, heerste daar een gezellige drukte, het was marktdag.
De mark lui boden hun waar te koop aan zonder nadrukkelijk de aandacht te vragen.
De kleding, bloemen, kaas en bedden met matrassen in alle soorten en maten stonden uitgestald, geen geschreeuw of reclameborden. Het vertrouwen in het koopgedrag van de klant was kennelijk groot.
De mensen liepen rustig rond, maakten een praatje ploften bepakt en bezakt neer op een zonovergoten terras voor hun dagelijkse “petites rouges”.
Wij deden mee alsof het ons dagelijkse werk was, geen haast, geen stress, kijken, vergelijken met Nederland, kochten niks en keuvelden alleen met elkaar.

In een bar, rijkelijk voorzien van vale bruine formica tafels en oranje plastic kuipstoelen, wilden we een “petit noir” (espresso) bestellen.
Achter de bar stonden de barman, groot en breed en een miezerig vrouwtje, gekleed in een té heet gewassen roze truitje. Zij waren in een zo te zien heftige discussie verwikkeld.
Was het misschien zijn vrouw?

Een paar mannen nonchalant, leunend tegen de bar met een “pression” (tapbiertje) in hun handen, in een mist van sigarettenrook, deden ook een duit in het zakje.
Wij gingen op veilige afstand aan een tafeltje zitten.
Blèrende muziek deed zeer aan ons oren!
De barman rukte de filter uit het espressoapparaat en wapperde vervaarlijk met zijn theedoek.
Al pratend wees hij plotsklaps met een bestraffende vinger in onze richting en gooide zijn kin omhoog.
Dit bleek voor ons het sein te zijn om boven de herrie uit, onze bestelling te mogen doorgeven!
Hij trok zijn wenkbrauwen nog hoger op en haalde zijn schouders op!
Hij verstond het niet! Niet zo vreemd, want hij bemoeide zich ook nog steeds met de conversatie van de mannen.
Uiteindelijk beeldden wij, als mimespelers, een kopje met oor uit en wezen met onze duim en wijsvinger de gewenste grootte aan.
In no-time kwam hij achterom kijkend met de theedoek wapperend over zijn schouder en doorratelend, onze koffie brengen.
Hij zette de volle kopjes achteloos op het tafeltje!

Na onze bijzondere koffiepauze liepen we straat in en uit op zoek naar “Immobiliers” (makelaarskantoren).
Toen we voor een etalage stonden te kijken, begon Joep zoekend om zich heen te kijken.
“Ik krijg zo`n kramp in mijn buik, ik moet zo nodig!” hoorde ik hem benepen zeggen.
Samen tuurden we langs de reclameborden aan de gevels.
Een eindje verderop was weer een bar. Ik zei medelevend: “Ga jij maar, ik blijf wel hier”.
Eerst dacht ik: “Ben je notabene uit de kleine kinderen!” Maar mijn gedachten gingen terug naar de avond er voor en ik dacht: “Tja, geen wonder!”

We waren in een wegrestaurant bij Beaune, we stonden in de rij en we bestelden een “faux filet” (gegrild lapje rundvlees).
De “chef de cuisine” van de grilplaat gooide twee glibberige rode lapjes, die hij uit een laatje tevoorschijn toverde, met veel poeha op de sissende platen.
In drie seconden om en om veranderde hij ze, afgaande op de gelukzalige blik in zijn ogen, toen hij ze op een groot wit bord kwakte, in een voor hem aantrekkelijke delicatesse! Asgrauw zagen ze er uit!
Vervolgens gooide de “chef de cuisine” van de fritesoven er royale schep spiraalvormige bruine staafjes bij.
Toen we vroegen of de “faux filet” weer terug mocht op de grill, we wilden ze rosé, niet rauw, reageerde hij alsof we hem een oneerbaar voorstel deden.
Hij pakte verontwaardig mompelend de lapjes van de borden en gooide ze nijdig op de plaat terug, om ze er vervolgens gelijk weer af te halen!
“Voilà, bon appetit!”
Volgende …………..



Toen ik alle aanbiedingen, die in de etalage van de makelaar hingen van voor tot achter en van achter naar voren had doorgenomen, kwam Joep eindelijk terug.
Opgelucht zei hij: “Ik heb nog maar vlug een flesje mineraalwater gedronken, want ik vond het zo gek om gelijk naar de W.C. te rennen!”

Verderop op de hoek van de straat, bij een plein waar de volgepakte auto`s af en aan reden, stonden we weer voor een etalage te kijken. We kwamen tot de ontdekking dat bij verschillende makelaars vaak dezelfde aanbiedingen hingen, maar soms voor verschillende prijzen.
Het verkoopsysteem in Frankrijk zit anders in elkaar dan bij de makelaars in Nederland.
Terwijl ik mijn best deed om alles te vertalen, sloeg Joep z`n arm om heen en fluisterde, extra benepen in mijn oor: “Ik moet zo nó-dig plassen!”
Dit keer zochten we samen een bar op en uit voorzorg ging ik ook maar even plassen.

Genoeg aanbiedingen dus, maar we vielen er niet voor.
Door onze sanitaire noodstoppen konden we ons niet meer goed concentreren en hielden het voor gezien…..

Tegen etenstijd was het centrum ineens uitgestorven, alsof een goochelaar iedereen had laten verdwijnen. In de restaurants waren de mensen terug te vinden.
Wij schoven aan en deden ons tegoed aan een “Boeuf Bourgingnon”.
In onze reizende apotheek hadden we uiteindelijk een assortiment druppels en pillen, waarop een apotheker jaloers zou zijn!
Van homeopathische druppels tegen lichtelijk gerommel tot een paardenmiddel, waarvan je tien dagen later nog alleen maar kiezelstenen kunt produceren.
Een overblijfsel van mijn voorzorgsmaatregelen voor mijn reizen naar Turkije en
Egypte.

We reden verder richting Fours.
In “LAGRANGE” hadden we een advertentie van een huis met foto gezien en dat leek ons wel wat. Een robuust vierkant huis met maar liefst vijf schoorstenen op het dak en rondom ramen met luiken.
In Fours werden we verwelkomd door de “gendarmes”; controle.
Gelukkig reden we niet te hard en de papieren waren in orde.
We maakten van de gelegenheid gebruik en vroegen of zij wisten waar we het huis op de foto konden vinden. Helaas, het zei hen niets en ze gaven het advies om het bij de “Marie” (gemeentehuis) te vragen.
Bij de “Marie” was niemand te bekennen, geen wonder het was uiteindelijk nog uitbuiktijd!

Ineens kwam er een auto aanrijden met een reclametekst op de zijkant, het was de “plombier”(loodgieter).
De auto werd geparkeerd op de stoep waar wij stonden. Er stapte een grote ongeschoren man uit met een wilde zwarte haardos.
Hij had een uitdrukking op zijn gezicht, alsof hij er zelf van was geschrokken, dat hij op dit uur van de dag al weer met zijn gereedschapskoffer in zijn hand stond.
Wij duwden hem de advertentie onder zijn neus. Hij stond nadenkend verschillende namen te mompelen, terwijl hij hardhandig door zijn haar stond te krabben.
Hij wist het! We moesten terug, eerste straat links en net buiten het dorp aan de linkerkant moest het zijn.
Door onze aanspraak leek het alsof hij zijn pijngrens om weer aan de slag te moeten had verlegd en belde fluitend aan bij een huis.
Met een “Au revoir et Bon courage” van de loodgieter gingen we op zoek.

Toen we voor het huis stonden, viel het ons behoorlijk tegen.
Op de foto zag het er veel strakker uit. Het was onbewoond en het grote toegangshek zat met een touwtje dicht gebonden.
Weifelend, doen we het of doen we het niet?, openden we het hek en slopen de oprit op.
Achter het huis kwamen we op een grote “cour” (binnenplaats), bezaaid met rommel en ommuurd met zielig tegen elkaar leunende gebouwtjes.
Het luik van een raam hing scheef tegen de gevel en het raam stond een stukje open.
Verderop stond een oude keukenstoel en ik zei tegen Joep: “Durf jij even binnen te kijken? Met die stoel kun je er in klimmen”.
“Niemand kan ons zien, ik doe het”, antwoordde Joep samenzweerderig.
Zo gezegd, zo gedaan en ik ving door het open raam een paar kreten op, zoals mooie balken en grote schouwen.

Ondertussen liep ik toch niet zo op mijn gemak heen en weer te drentelen en hield de oprit nauwlettend in de gaten. Je weet nooit, hoe snel de plaatselijke Tomtom werkt!
Inderdaad, ik hoorde ineens op de weg een auto aankomen en stoppen.
Vliegensvlug rende ik naar het open raam en siste tegen Joep:
“Vlug, eruit, er komt iemand aan!”
Joep, sprintte als een hordeloper over het aanrecht het raam uit, zonder de keukenstoel te gebruiken.
We deden gauw het raam dicht en parkeerden de keukenstoel een eind verderop en gingen geïnteresseerd rond lopen kijken.
Er kwam een Mevrouw aanlopen, we stelden ons voor en lieten de advertentie zien. We boden in ons gebrekkige Frans onze verontschuldigingen aan voor het feit, dat we daar zo maar ongevraagd “rondliepen”.
Eerst keek ze ons wantrouwend aan, maar later toen het ijs gebroken was, vertelde ze dat het huis van haar zuster was, die in Parijs woonde.
Het telefoonnummer in de advertentie was haar nummer. We legden haar, om ons geweten te sussen, uit dat het voor ons zo moeilijk was om in het Frans te telefoneren. Met de belofte, dat we echt zouden bellen als we er verder op in wilden gaan, namen we afscheid.
In de auto slaakten we een zucht van verlichting en zeiden opgelucht tegen elkaar: “Poeh, dat ging maar net goed!”
Op de terugweg naar het dorp zwaaiden we extra vriendelijk naar de streng kijkende “gendarmes!”.


                                       **********************

RECEPT.


MANGO-CHUTNEY.

Ingrediënten:


- 2 grote mango's
- 3 grote uien
- 100 gr rozijnen.
- 200 gr geleisuiker
- 2 dl azijn (balsamico/wit of rosso)
- 8 kruidnagelen
-1 koffielepel Raz el hanout kruiden( = mengsel van o.a. gember, kardemom, koriander, cumin,muskaat)   of strooi bij gebrek aan Raz el Hanout, wat van de daarin aanwezige kruiden apart er bij.
-peper en zout
- snufje kaneel
- water of sinaasappelsap.


Maak de mango's en uien schoon en doe ze met alle andere ingrediënten (BEHALVE DE GELEISUIKER) in een pan en laat op z'n minst een half uur zachtjes pruttelen en garen.
Let op voor droogkoken, dan naar behoefte beetje water of sinaasappelsap toevoegen.


Op het laatst de geleisuiker toevoegen en de chutney binden volgens de gebruiksaanwijzing aangegeven op het pakje.
Vul de met soda schoongemaakte en goed nagespoelde potten. 


Lekker bij de barbecue, koud vlees en op een bruine boterham met oude kaas. 

****************************