Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

woensdag 1 juli 2015

Les Halles en restaurants.


In bijna iedere Franse stad zijn er “Les Halles”.
Een overdekte markt waar de meest uiteenlopende etenswaren verkocht worden.
Soms is een hal alleen open op de wekelijkse marktdag, waar dan boeren en buitenlui al door de eeuwen heen, hun zelf gefokte, gekweekte of zelf gemaakte waar uitstalden.
Op die marktdagen was het een gaan en komen en de ontmoetingsplaats waar de laatste nieuwtjes werden uitgewisseld.
Afgezien daarvan was het een kleurrijk geheel.
“Blote kippen”, met de kop en poten er nog aan,


De man met de kippen had als buurvrouw een oud rimpelig maar o zo kien vrouwtje, dat daar stond met haar groente en fruit.
 Daar kocht je nog bijvoorbeeld groente zoals het uit de grond was gehaald, met nog wat klei en of zand er aan.
Misschien niet altijd perfect er uitziend, zonder deukje of plekje zoals in de winkel, maar wel met de zekerheid dat het nog echt in de grond was gegroeid.
Met een eigen moestuin had ik daar niet veel van nodig, maar ik genoot alleen al van de geuren en kleuren.
Verse eieren en een scala aan geitenkaasjes, jong, iets oudere of nog oudere en dat kon je aan de buitenkant aan de kleur en korst herkennen.
En natuurlijk kon je ook nog proeven.


Ook Les Halles ontkwamen niet aan het “met de tijd” meegaan en er kwamen
bakkers, banketbakkers, traiteurs, visboeren (poissonniers klinkt net iets chiquer!), slagers, poeliers, groente, fruit en kaas kramen.
Hoewel je kunt het geen kramen meer noemen, gewoon prachtige sfeervolle winkels onder één dak.



In de grotere steden had je Les Halles die dan ook héél veel groter waren.
Wij waren een keer met Flip en Anneke in Toulouse. We hadden daar gezellig rondgelopen, wat winkels bekeken en hadden als doel een bezoek aan de “Halles”
rond etenstijd, tussen de middag.
Zodra je er binnen kwam, hoorde je het geroezemoes van stemmen, zag je bijna in één oogopslag de verscheidenheid aan etenswaar en er kwamen geuren op je af, waar je wel naar op zoek moest gaan.
Dat was dan ook de reden van ons bezoek!
We gingen een trap op, kwamen op een galerij, waar diverse mini-restaurantjes waren.
Flip en Anneke hadden hun vaste adresje.
We namen plaats op de houten banken aan een tafeltje met uitzicht op het gebeuren beneden in de "halle".
We gaven de bestelling op, uiteraard was er een beperkte keuze, want het keukentje waar een ouder dametje met jasschort aan stond te kokkerellen was niet groter dan een ruime kast!
Gelukkig had het dametje zelf het formaat dat in verhouding stond tot de ruimte waarin ze bezig was, ze was klein en slank.
Ze serveerde ons een maaltijd, waar we nog lang met plezier aan terug dachten, ongelooflijk zo lekker.

Een andere keer, in onze begin jaren in Frankrijk, zei Flip: “Kom ik weet een goed restaurant, laten we daar gaan eten vanavond”.
Goed, leuk idee, maar dat hield wel in dat we een half uur over onverlichte wegen voor mijn gevoel kris, kras door de heuvels reden en uiteindelijk geheel onverwacht stilstonden bij een feeëriek verlichte tuin, terras en restaurant.
Dat werd ook weer genieten.

Een andere vorm van genieten was een simpel “dejeuner” in een dorpsrestaurant, waar de patroon zelf de scepter zwaaide. Een uit de kuiten gewassen man met een  goed gevulde buik. Zijn slobberige broek werd op zijn plaats gehouden door knalrode bretels over een geruit overhemd dat hij droeg.
Het was winter en de immens grote open haard gaf een prettige warmte af.
Wij waren met Flip en Anneke, we bestelden alle vier hetzelfde, een entrecote.
Tot mijn verbazing sjokte de patroon naar de keuken en kwam terug met vier rauwe entrecotes op een groot bord.
Vervolgens legde hij de entrecotes op het rooster, dat in de open haard stond.
Ondertussen vroeg hij heel professioneel hoe we ze gegrild wilde hebben,
sanglant, à point of bien cuite?
Wij wilden ze à point (medium) hebben, sanglant is ons te bloederig en bien cuite is te doorbakken en doet afbreuk aan de smaak en malsheid.
Hij draaide de entrecotes een paar keer en ze kregen mooie gegrilde streepjes.
Vervolgens legde hij ze één voor één op een bord. Hij gaf de borden aan ons door en hij zei, terwijl hij met de vleesvork in zijn hand weer naar het open vuur wees:
“Als ze nog te rauw zijn, dan leg ik ze nog even terug in de magnetron, hoor!”


Misschien een minder prettige ervaring hadden we jaren later in Antibes.
We waren daar een weekje in de winter. We zaten in een zo op het oog gezellig restaurant, waar al veel mensen zaten en de geur van gegrilde sardientjes ons tegemoet kwam.
We bestelden ons menu en sloten af met een stukje citroen meringue taart.
Ik vond het eigenlijk niet zo lekker, er zat een beetje raar vet smaakje aan, ik at niet alles op, want het was toch al een stuk van te royale afmetingen.
Joep at ook niet alles op, we konden niet zo goed thuisbrengen wat ons tegenstond!
We besloten via de kronkelende kustweg terug te rijden naar Juan-les-Pins, waar we in een hotel logeerden.
Halverwege, misschien kwam het door alle bochten in de weg, voelden we ons niet zo lekker worden.
We werden misselijk en we wisten wel zeker dat het kwam door de taartpunt met zijn rare smaak. Gelukkig hoefden we niet te stoppen onderweg, maar het lag nog een hele poos zwaar op de maag!

Dit was dus, naast onze miskleun vroeger met de niertjes in Normandië en de hanenkammen een minder prettige restaurant ervaring.

Verder hebben we in al die jaren van tijd tot tijd, want nu lijkt het net alsof we héél erg vaak in restaurants aten, toch met familie en of vrienden leuk kunnen tafelen.

Misschien was de "Auberge à la Ferme" wel onze favoriet. Sommigen waren alleen in het weekend open.
Bij ons in de buurt waren er verschillenden.
Als bijvoorbeeld Ymer en Elly kwamen en we wilden daar op zondagmiddag gaan eten, dan kon je door de week op het bord bij de ingang van de auberge lezen, wat er op het menu zou staan.
De auberge werd gerund door een echtpaar, ergens in de veertig. Zij waren op de campagne neergestreken, nadat hij zijn baan als piloot had opgegeven en ze niet langer in Parijs wilden wonen.

Toen wij er gingen eten, stonden er karbonaden op het menu.
Ik ben niet zo een liefhebber van karbonaden, vooral niet als ze dik en groot zijn. Deze waren echt niet te versmaden door de manier waarop ze waren klaargemaakt?!
We kregen er gebakken aardappelen bij, ook al met een bijzondere smaak.
We vroegen aan de eigenaar hoe hij dat had gedaan.
Het antwoord was: “Gewoon, zoals mijn moeder het altijd klaarmaakte, toen ik als kind in de Dordogne woonde; in ganzenvet”!

Of toen we er een andere keer waren met vrienden, er een echte traditioneel gemaakte “cassoulet” op het menu stond.
We kregen de “cassoulet”  geserveerd met de pan op tafel, waaruit iedereen naar behoefte kon scheppen. Lekker ongedwongen !


En zulk soort etentjes buitenshuis gaven toch wel weer inspiratie om zelf, in eigen keuken aan de slag te gaan en om nieuwe recepten uit te proberen.


                       ***********************
RECEPT.

STEAK HACHÉS MET GEBAKKEN AARDAPPELBLOKJES EN SALADE.

Dit keer een voor ons echte vakantiemaaltijd, in een mum van tijd te bereiden
Je moet er wel voor in Frankrijk zijn, want daar hebben ze, vinden wij alleen de echte steaks hachés van goed rundvlees.

Ingrediënten afhankelijk van het aantal personen:

- steak hachés van een goede kwaliteit met een laag percentage vet (diepvries!)
- pakje rissolées (voorgebakken aardappelblokjes, diepvries)
- zakje verse gemengde sla
- geraspte wortel
- gekookt ei
- paar tomaten

De steaks en aardappelblokjes kunnen nog bevroren zo in de pan met een beetje olie en dan bereiden volgens de gebruiksaanwijzing.
Maak de sla, tomaten en wortel aan met een dressing van olijfolie en azijn.



Binnen 15 minuten kun je eten!

Denk er dan nog een klein kaasplateautje bij, stokbrood en misschien ook nog, als dessert; verse aardbeien met een klodder crème fraîche?
Waarom niet, het is vakantie!
                                                ******************


2 opmerkingen:

  1. Weer een heerlijk verhaal Sylvia.
    De Hallen herinner ik me nog wel van vroeger als we de wal opgingen om boodschappen te doen met onze ouders.Het geroezemoes van stemmen en de geuren al waren er zo'n 60 jaar geleden weinig stands met exotisch eten.
    groetjes,Truus uit Drenthe

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb weer genoten van je verhaal. En bedankt voor het recept, ga het eens uitproberen.
    Liefs, Ineke

    BeantwoordenVerwijderen