Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

vrijdag 1 mei 2015

ZAAIEN EN TOCH NOG OOGSTEN?


Toen het dan eindelijk zo ver was, dat ik aan de slag kon in de moestuin en ik daar stond met de zakjes met diverse zaden, was het toch een tikkie anders dan dat je er over leest.

Alleen al om die dikke vette klei gelijkmatig verdeeld zien te krijgen, daar kwamen toch wel de spierballen van Joep aan te pas.
Toen het netjes glad geharkt was ging ik een “bedje” maken.
Ik kwam tot de ontdekking dat je in een beetje vochtige klei niet lichtvoetig rond kunt huppelen. Als je niet uitkeek werd je ter plekke vastgezogen aan de grond.
Soms bleef mijn rubberen tuinschoen vastgezogen in de klei staan, daar ben je dan niet op verdacht, dus probeerde ik mijn evenwicht te bewaren, met als gevolg dat ik ineens de vettige klei tussen mijn blote tenen voelde.
Een plank bracht uitkomst, daar kon ik op staan en dan had ik gelijk een paadje om mijn zaaibed heen, als ik later de plank weghaalde.

Daar sta je dan met die piepkleine zaadjes in je handen, je leest alle informatie op de zakjes en terwijl ik dan een zaadje in de grond stopte, dacht ik, stel nou dat het niet opkomt. Dus voor de zekerheid nog één en nog één!
Dat doe je logischer wijs met wortelen, want je wilt toch wel meer dan 3 wortels kunnen oogsten.
Ook met de sperzieboontjes en sjalotjes, die zaai je niet, maar die “leg” je op een rijtje!
Maar als je dan later vier joekels van courgette planten had van wel een meter in het vierkant en je elke dag courgettes oogstte en je ze bijvoorbeeld zag groeien waar je bijstond, tja dat was dan een goede leer voor de volgende keer.
Courgettesoep, quiches, gevulde courgettes, gegrilde, in de ratatouille die mogelijkheden werden allemaal benut.
Want één groot nadeel van op de campagne wonen was, je kon niets van wat je teveel had, slijten aan de buren of vrienden, want iedereen zat in hetzelfde schuitje!
Dus hooguit recepten uitwisselen.

Zo had ik van Christiane een lijstje gekregen van groenten e.d. die je beter niet naast elkaar kon planten, zoals bijvoorbeeld geen sperziebonen naast tomaten zetten.


Of die juist wel goed naast elkaar konden, zoals uien bij wortels.
 De lijst was behoorlijk lang, dus dat was opletten geblazen.

Ook was het goed om bijvoorbeeld afrikaantjes, Oost-Indische kers en goudsbloemen te zetten tussen de groenten om insecten weg te houden of juist aan te trekken, zodat ze je groenten met rust lieten.
Dat was niet alleen een goed idee, maar het stond ook nog eens fleurig.
Maar daarvoor gold ook weer: “Al doende leert men!”
Het eerste jaar dat ik dat deed had ik de uitgebloeide bloemen van de goudsbloemen niet afgeknipt.
Dat hield in dat ik het jaar daarop bijna “dagwerk” had om de spontaan opkomende goudsbloemen er uit te halen en terug te brengen tot een acceptabele hoeveelheid.

Een komkommer uit eigen tuin had nog de echte ouderwetse geur en smaak van vroeger.
 Paprika`s en aubergines smaakten ook zo heerlijk, vooral de laatste nog kleine exemplaren, die in oktober toch niet meer verder zouden groeiden, zo vol van smaak!

De rij tomaten van verschillende variëteiten was iets om trots op te zijn en ze zagen er uit als een plaatje.


Mijn favoriet was de “Coeur de Boeuf” soort, zo mooi en lekker en inderdaad in de vorm van een hart. Dat vond ik eigenlijk een “eer” om ze te zien groeien uit een nietig klein plantje.
Augurkjes leken me ook wel leuk, om dan zelf in te maken.
Dat heb ik ook geweten, te véél plantjes daarvan en die dingen groeiden zo hard, dat was ook niet bij te benen.
Ook had ik van de “vergeten” groenten, de “Patissons”, prachtige exemplaren, ware kunstwerken, die aan een steeltje groeiden.

Kortom het was één groot oogstfeest!
Op een dag, vroeg ik de ochtend, we lagen nog in bed en naar hoorde ik mijn idee  voetstappen op het grind van de cour.
Ik luisterde aandachtig en vond het vreemd, omdat wij aan het eind van onze eigen weggetje woonden en er niemand langs kon komen.
Soms gebeurden het weleens, dat er een auto ons weggetje opkwam, dan zag de bestuurder dat ze niet verder konden en draaiden dan boven bij de ingang van de weide.
Het was eerst een klein beetje gekraak van wat ik dacht dat het een voetstap was op het grind, het geluid werd echter steeds indringender en duurde steeds langer.
Ik vond dat toch wel héél erg verdacht en stapte mijn bed uit en keek eerst door de spleten van de houten luiken naar buiten.
Wat zag ik daar lopen?
Een koe en nog één en niet nog één, nee een hele kudde, sjokte op hun gemak over de cour, richting moestuin.
Joep, was ook wakker geworden van het geluid, dus we schoten snel onze kleren aan en gingen naar buiten.
Inderdaad waar we dus al zo een flauw vermoeden van hadden, stond daar de hele kudde op een kluitje bij elkaar in MIJN MOESTUIN!!

Ze stonden daar doodleuk op o.a. mijn mooie ronde Charentais meloentjes, waar ik zo trots op was en om over de rest maar te zwijgen!
We moesten toch iets doen; ze terug zien te krijgen in de weide van de buren.
Na wat overleg, hoe we dat het beste konden aanpakken en met haastig afgebroken takken in ons hand, kregen we het voor elkaar.
Gelukkig zijn het kuddedieren, dat werkte in ons voordeel, want als er één schaap (koe) over de dam is…….!

De volgende stap was om de buren te bellen, die links van ons op de boerderij woonden.
De buurmannen kwamen gelijk in hun tractor aangereden en de buurvrouw kwam even later in de Renault Expres.
Toen hadden we toch wel een groot probleem, die koeien waren niet van hun!
Ze waren van de buren, die ergens rechts van ons in de verte aan een hele andere weg woonden.
Het probleem werd alleen maar groter, want zij stonden niet op goede voet met elkaar.

Wij wisten de naam niet van die buren, maar de buurman belde met ze en vertelde wat er was gebeurd.
Die verre buren kwamen er ook gelijk aan, vader, moeders in haar bloemetjes jasschort en hun zoon.
Toen begon het grote sorteerwerk in de gemengde kudde!
Dat was een hele organisatie en dat werd een geren op en neer, iedereen met stokken in hun hand, om de juiste koeien weer terug te drijven. Eerst door een smal hekje in onze weide, waardoor ze in onze tuin waren gekomen. Ze hadden en passant ook nog onze grote pampus grassen platgelopen!
Daarna moesten ze door een gat in de heg van de weide van de verre buren, die aan onze weide grensde.

Het leek ons verstandiger om ons er niet tussen te mengen en bleven op ons eigen terrein aan de andere kant van het hek staan.
Steeds als er één van de verre buren toevallig langs ons liep, riep de buurvrouw bijvoorbeeld, al achterom kijkend: “We zijn er voor verzekerd, hoor!”
Dat riep ze niet één keer maar meerdere keren!

Toen eindelijk de laatste koe ook weer in zijn eigen weide liep, maakten we provisorisch het gat in de heg dicht.
We boden aan iedereen onze verontschuldigen aan voor het ongemak en de verre buren zouden iemand sturen van de verzekering.
De verre buren verdwenen met gezwinde spoed, terwijl we met de buurmannen en buurvrouw van de grote boerderij nog wat napraatten en een kopje koffie dronken.
Wij wisten niet wat we ons moesten voorstellen, wat er in zo een geval bij de verzekering geclaimd kon worden.
Volgens de buurman zou van alles wat er in de tuin kapot getrapt was, worden vergoed op basis van de prijs als je het in de winkel moest kopen.
Wat er nog te redden viel, hebben we geoogst en later kregen we inderdaad, na opname door de verzekeringsman een vergoeding.

Dat verzachtte nog iets!

 Maar bij het eten van de gekochte sappige, rijpe Charentais meloenen, had ik ineens weer het beeld voor ogen, van mijn eigen kapot getrapte meloenen met mooi oranje gekleurd vruchtvlees, die daar lagen tussen de grote koeien poten!
Hier en daar rijkelijk voorzien van verse mest……..!


                                             **********

RECEPT.

KLEURIGE TOMATEN SALADE , als bijgerecht.

Ingrediënten:



-  1 bak tomaten met 3 verschillende kleuren; gele, bruine en rode,
 1 bol echte buffel mozzarella
-  basilicum
-  1 deel balsamicoazijn en
-  3 delen olijfolie
-  peper en zout.

Snijd de tomaten in stukken, maak een dressing van de olijfolie en balsamicoazijn, voeg peper en zout toe.
Doe de tomaten met dressing in een schaal en garneer met plukken (echte) buffel mozzarella en wat blaadjes basilicum.




In de schaal op de foto zit een veel grotere hoeveelheid omdat wij met meer personen waren. Een kleurig geheel en lekker.                                           


                                                ***********

woensdag 15 april 2015

VOORJAARSKRIEBELS.



Zo tegen het einde van de winter, met het voorjaar voor de deur, waren er soms al van die mooie dagen, waarvan je de kriebels kreeg.
Eerlijk gezegd waren dat bij mij meestal niet de kriebels om eens lekker kasten uit ruimen en van alles en nog wat te soppen!
Nee, meer de handen die jeukten om in de tuin aan de slag te gaan.
Ik kon genieten van mijn rondje door de tuin, met op de groene heuveltoppen de silhouetten van de witte Charolais koeien, die mooi uitkwamen tegen een strak blauwe lucht met de diverse tinten van bloeiende struiken in de heggen, dat was genieten.
Máár ik zag ook het vele werk dat lag te wachten.


Mijn moestuin in wording lag er maagdelijk bij, dankzij het mannetje die met zijn freesmachientje was geweest en voor een schappelijk prijsje het gras omgetoverd had in een glanzende kleilaag!
De kippen vermaakten zich daar prima en hoefden niet ver te zoeken om iets eetbaars te pikken.
De Fransen zeggen “doucement”,  rustig aan, want de vorst kon soms in één koude nacht nog toeslaan.
Op zonnige relatief warme dagen, keek ik goedkeurend naar de omhoog geschoten tulpen en narcissen en de hortensia`s, waar al blaadjes aan kwamen.
Het longkruid dat al in bloei stond tussen de afgestorven bladeren.
Op koudere dagen vond ik het allemaal weer te vlug gaan.

Voorlopig bestonden de werkzaamheden hoofdzakelijk uit waarnemen, (kan ook vermoeiend zijn) en in gedachten organiseren.
Hier en daar een roos terugsnoeien kon geen kwaad.
Met de katten op de kruiwagen boven in de wei hout voor de open haard halen, eieren rapen en gemoedelijk terug “tokken” als Lancelot met zijn meidenclubje ergens mijn pad kruiste.

We hadden ontdekt dat we hier op de route van de trekvogels zaten.
Het gaf een prettig gevoel als de kraanvogels, die meestal als eerste over kwamen, weer richting het Noorden gingen.
Voor ons een teken van nog even geduld het voorjaar zit er aan te komen.
De ganzen volgden en in de loop der jaren was het zo als Joep of ik ze in de verte hoorden gakken, we elkaar waarschuwden: “Ik hoor dé ganzen!”

We namen dan altijd de tijd om het samenspel van hun vlucht te bekijken en ons er over te verwonderen.
Vooral het “onderlinge overleg” over het wel of niet landen bij één van de meren bij ons in de buurt. Dan werd de formatie van het V-vliegen even doorbroken, leek het een rommeltje te worden tot er besloten was, verder vliegen en dan was de V weer vlug gemaakt.

Als ze dus naar het Noorden vlogen waren we blij!
Maar aan het einde van de zomer/herfst schreef ik altijd op, op welke datum ze weer richting het Zuiden gingen.
We riepen elkaar dan weer om te kijken, maar dan met een beetje treurig gevoel nu met het idee dat het gedaan was met het mooie weer!

Maar goed met het zaaien in de moestuin moest ik nog even wachten.
Al lopend en rondkijkend viel mijn oog op de treurwilgen, die meestal als eerste hun groen tevoorschijn lieten komen.
Soms schreef ik dan wel eens “iets “op, zoals dit:

Heel de winter stond hij een beetje kaaltjes te treuren
Nu, na zijn dikke knoppen begint hij te kleuren.
In een waas van teer lichtgroen,
Staat hij zijn best te doen.
Het lijkt alsof hij wil zeggen:
“Nog effe en jullie kunnen weer in m`n schaduw leggen”

                                      ***

Op een gegeven ogenblik voordat al het buitenwerk begon, leek het ons een leuk idee om eens een etentje met Didier, Ginette en Bruno en Christiane te organiseren.
Fransen vraag je nou eenmaal niet voor een bakkie koffie met punt om tien uur `s morgens. Dat zou een ernstige verstoring van hun eet ritme zijn.
Gelukkig hadden we als vraagbaak en raadgevers in typische “Franse aangelegenheden”, onze vrienden Flip en Anneke, die al jaren in Frankrijk woonden, achter de hand.
Het was hun idee om twee stellen uit te nodigen, dan liep je niet het risico dat er van die “er gaat een dominee voorbij “ stiltes zouden vallen of dat zij alleen zaten als je in de keuken bezig was.
Nou was het risico op die stiltes met Didier en Bruno aan tafel, helemaal niet aan de orde, die waren aan elkaar gewaagd.

Op de afgesproken zondagmiddag rond “midi”  kwam iedereen op zijn paasbest gekleed aan. We vonden elkaar bijna onherkenbaar en konden daar gelukkig ook grapjes over maken.
Bruno en Christiane hadden inmiddels een baby gekregen, een jongetje met een flinke bos zwart haar. Wat zijn vader te weinig had aan haar, leek hij wel teveel te hebben!
Zij hadden ook “grand-mère” van negentig jaar bij zich, die bij hen logeerde of liever gezegd inwoonde. “Grand-mère ” woonde in Parijs en kon niet meer voor zich zelf zorgen.

Voor de samenstelling van het menu waren we niet over één nacht ijs gegaan.
Het moest organisatorisch goed te doen zijn, gevarieerd en toch wel 4 gangen met het kaasplateau meegerekend.
Toen al was de “Maxi-Cuisine” mijn lijfblad, dus tijdens de “werkbespreking” van het menu met Joep, kwamen we daar wel uit.

Nog een beetje onwennig zaten we in de fauteuils voor de open haard tijdens het drinken van een aperitief. Dan mis je toch het leunen op een grote tafel!
Aan tafel in de eetkamer kwam de stemming er goed in, “Grand-mère” kon ook goed meekomen voor haar leeftijd, of misschien juist daarom!
Een portje, een glas witte, rode wijn en na het dessert koffie met Grand-Marnier.
Na de koffie zat Didier naar Joep te wenken, richting meegebrachte fles champagne, die moest ook nog open.
De baby kreeg tussen de gangen door ook eten, werd verschoond en ging van hand tot hand.
Al met al een hele sessie, waarbij je een hoop leert van de gesprekken over de meest uiteenlopende dingen. Didier en Ginette kwamen oorspronkelijk uit Normandië en Bruno kwam uit de Jura en Christiane uit Parijs.
Een gemêleerd gezelschap.
Van tevoren fluisterde Didier op zijn bekende manier ons even in, dat we niet over de van hem gekregen oude eiken balk mochten praten. Hij had die balk weer gratis van Bruno gekregen!

Toen na bijna zes uur tafelen de zitting werd opgeheven, zag ik Didier even zijn vrouw aanstoten en met zijn hoofd richting gekregen balk knikken, die we in de eetkamer hadden aangebracht.
Zijn vrouw knikte goedkeurend en ik kreeg een vette knipoog van hem.

Nadat we uitgebreid gekust, gezwaaid hadden en over en weer “à bientôt!” geroepen hadden, wierpen we zijdelings een blik naar de chaos in de keuken en zakten helemaal “total-loss” weg in de fauteuils voor de open haard.

                                       **************


RECEPT

PREI UIT DE OVEN

Ingrediënten voor 2 personen:

- 2 grote preien
- 3 middelgrote kruimige aardappelen
- klein bekertje crème fraîche 15% vet
- peper en zout
- nootmuskaat
- Stuk Parmezaanse kaas
- 1 eetlepel zonnebloemolie.
- gemalen kerrie.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Was de preien goed schoon en snijd deze in niet te grove ringen.
Verwarm de olie in een wok en bak de prei met het kerriepoeder aan.
Voeg een scheutje water toe en laat de prei op een laag vuurtje rustig smoren.
Goed opletten dat het niet gaat bakken, maar er moet ook weer niet te veel vocht vrijkomen.
Maak op smaak met peper en zout en voeg in gedeeltes de crème fraîche door de prei, goed roeren en laat de crème steeds oplossen totdat een mooie sausdikte van het geheel is verkregen.

Schil en kook de kruimige aardappelen en maak er puree van met een snufje nootmuskaat. 

Vet een ovenschaal in, doe de prei à la crème er in en dek het af met de aardappelpuree.
Rasp rijkelijk de Parmezaanse kaas er overheen.
Zet plm. 25 minuten in de voorverwarmde oven en bak totdat de kaas mooi goudbruin is.


Ook lekker in combinatie met bijvoorbeeld een tartaartje.


                                                               *************

woensdag 1 april 2015

DE KIPPEN.



In de loop der tijd raakten we dus bevriend met de vroegere baas van Carbone, hij heette Bruno en zijn vrouw Christiane.
Regelmatige belde hij om te vragen of we een aperitief kwamen drinken, meestal op zondagmiddag.
Toen we daar de eerste keer kwamen, moesten we even wennen aan alle dieren om ons heen.
We zaten in de woonkeuken met de mooie oude ongelijke “tommette” vloer, aan de grote tafel met tafelzeil, de verlichting was héél romantisch geregeld, een grote TL balk met wit licht!!
Er kwamen altijd diverse flessen sterke drank op tafel, met soorten waarvan we het bestaan niet wisten, maar de moeite waard waren om te proberen.
Een ijsemmer met ijsblokjes en wat te knabbelen maakten het compleet.


Zo konden we een hele tijd gezellig met elkaar kletsen over de meest uiteenlopende onderwerpen.
We hadden nooit een tekort aan gespreksstof, want het was daar inderdaad een gezellige boel met veel dieren.
Vogels in een kooi in de eetkamer, die gezellig met elkaar sjilpten, een fret die af en toe los liep in de keuken en aan je benen liep te snuffelen, ze heette Sofie.
Ik vond die romantische naam nou niet echt passend voor een fret, want die kunnen best stinken.
De tweeling zus van Carbone, “Plus Pluche” kwam bijvoorbeeld, als ze buiten was en naar binnen wilde, net als een poppenkastpop bij tijd en wijle omhoog boven het glas van de buitendeur uit!
 Bleef even aan de deurklink hangen totdat ze er zeker van was dat iemand haar gezien had en ze naar binnen werd gelaten!
Ze hadden vissen, hun oude hond en later nog een poedeltje die ze uit een vuilniscontainer hadden gered.
Echte dierenliefhebbers dus, maar ze hielden ook konijnen om te slachten.
Bij ons stonden, van de vorige eigenaar van ons huis, 3 rijen konijnenhokken en die hebben toen we aan Bruno en Christiane gegeven.

Op een dag kwam Bruno de “cour” oprijden, hij haalde een grote doos uit zijn auto en daar zat een verrassing voor ons in?!
Hij vond het maar niks, dat we een leegstaand kippenhok met ren en de ruimte hadden.


Hij haalde een prachtige haan uit de doos met veren in uiteenlopende kleuren van  bruin/rood naar groen/zwart met een helder rode kam.
Hij stelde ons voor aan LANCELOT, hij had hem die naam gegeven, want het was een vechthaan van een bepaald ras met grote sporen!
Lancelot kon het bij hem niet meer zo goed vinden met zijn toompje kippen, want uit een ei was ook een haan gekomen en 2 kapiteins op één schip, dat ging niet.

We waren best verrast, maar ja een haan zonder kippen, dus ook geen vers eitje iedere dag, dat kon natuurlijk niet.
De dag daarop gingen Joep en Bruno naar de markt in een naburig dorp en ze kwamen terug met een stel hennen, goede legkippen.

Toen de dames kippen het wel zagen zitten met zo een knappe haan, was de vrede gauw gesloten.
Nadat we ze een paar dagen `s avonds in hun hok op stok hadden gezet, zochten ze ’s avonds gezellig tokkend onder elkaar zelf hun nachthok op.
Wij sloten het nachthok af en Joep had een constructie gemaakt, zodat ze `s morgens zelfstandig waren. Als ze van de stokken kwamen en op een plateautje gingen staan, dan ging het deurtje van het nachthok automatisch open.
Zo konden ze dan bij het krieken van de dag weer lekker in vrije natuur rondscharrelen.



Als we heel de club al een poosje niet hadden gezien, dan zeiden we tegen elkaar:
“Heb jij Lancelot al gezien?”
Maar met de hennen ging het moeilijker, want als we er één misten, dan hadden we het over die ene bruine met die zus of zo pluim, die zat dan bijvoorbeeld nog boven in het hok om een ei te leggen.

We zaten met Suzanne op het terras, te genieten van de zon en een kopje thee, toen we in een melige bui besloten, dat we de hennen toch ook maar een naam moesten geven.
Na rijp beraad werd het, Geneviève, Josephine, Gwendolyn en de twee die het meeste op elkaar leken, bleven naamloos.
Dat werkte een stuk makkelijker, want toen kon ik ten minste roepen:
“Nou heeft die stomme Geneviève weer aan mijn tomaten zitten pikken!”
Ik had het gezien maar Joep zei altijd: “Nee, dat doen mijn kippen niet!”

Op een keer had ik, om het te bewijzen om een piep klein plantje dat ik uitgepoot had, een klein tunneltje van gaas gezet.
En ja hoor, de volgende dag lag het plantje helemaal vertrapt en verlept er bij en het stukje gaas verderop!
Ze deden dus nooit iets!

In ieder geval smaakten de eieren prima en de eieren konden met gemak de kwalificatie van scharrelkip met vrije uitloop halen.
Soms moest ik bij het eten van de eieren wel eens slikken, als je wist dat ze ook, helemaal in hun nopjes, afgaande op het “onderlinge gesprek” met zijn allen een hagedis hadden opgegeten.

Lancelot was heel de dag druk om iedereen bij elkaar te houden.


Het kippenhok lag iets hoger op de heuvel en als hij beneden was en hij hoorde een luid gekakel van b.v. Josephine, die een ei aan het leggen was, dan dacht hij daar moet ik als de kippen bij zijn.
Hij rende dan bijna struikelend over zijn eigen poten, half laag vliegend, luidkeels kraaiend naar boven.
Even later weer in dezelfde vliegende vaart naar beneden, weer terug naar de andere dames.
Nogal een vermoeiende bezigheid om dat een paar keer per dag te moeten doen.

Op zich geeft het een romantische landelijke aanblik, een stel van die kippen, scharrelend rondom het huis.
Soms kon ik ze wel achter het “behang” plakken, als we bijvoorbeeld op het terras zaten en heel de club zich zo nodig onder onze stoelen moest toiletteren.
Storende geluiden, gefladder, stof en muffe pluimvee lucht!
Ze hadden twee en een halve hectare om te bivakkeren plus nog eens honderdzestig hectare van de buren, nee dat moest onder onze stoelen.
Of als het regende gingen ze voor de keukendeur, onder het afdak, op de kokosmat zitten, als het dan maar alleen bij zitten bleef….?

Josephine was een keer broeds geworden, we hadden haar apart gezet en na verloop van tijd liep ze rond met een parmantig kuiken in haar kielzog.
Tot op een dag dat we haar en het kuiken niet meer zagen. We hadden overal gezocht, maar zelfs geen sporen meer te vinden, waarschijnlijk door een vos meegenomen.

Maar het verhaal is niet “eind goed, al goed”, want jaren later waren op een dag, Lancelot, Geneviève, Gwendolyn en de twee andere dames, spoorloos verdwenen!
Dat was wel even wennen na al die “gezellige” jaren samen, maar dat is ook La France Profonde en de natuurwet kan soms hard zijn!


                                   *********************

RECEPT.

Buffet(je) voor 2 personen.

Mocht je eens géén zin hebben om te koken, dan vind ik een mini buffet altijd makkelijk om te maken. Kijk even in de koelkast en wat er verder in huis is.

Ik had dit keer:
- een omelet, gevuld met heel fijn gesneden rode paprika.
- plakjes flinterdun gesneden rauwe ham
- in plakjes gesneden tomaten met een olijfolie/balsamico dressing en mozzarella
- in fijne reepjes gesneden ijsberg sla, dit keer aangemaakt met een guacamole
- een camembert kaasje
- brood, een verse meergranen bol


Het was op een grijze, regenachtige dag dat we dit aten.
Zo haal je de zon een beetje in huis en met een glaasje wijn er bij helemaal goed!


********

zondag 15 maart 2015

MINOU.... of toch niet?


Op een lentedag kwam er een kat aanlopen, een langharig zwart exemplaar.
De kat zag er een beetje magertjes uit met een doffe vacht.
Suzanne was op dat moment ook bij ons en vond haar zielig, ze had haar een beetje melk verdund met water gegeven en had haar aangehaald.
Waarschijnlijk, ik weet wel zeker, dacht de kat, dat gaat goed daar.
Ze kwam regelmatig langs en bleef soms een poosje in de buurt en dan verdween ze weer. Wij hadden inmiddels een doosje kattenbrokken gekocht omdat ze zo mager was, dachten wij dat ze misschien wel zwervend was!


Op een gegeven ogenblik kwam ze gezellig bij ons op schoot liggen als we buiten zaten en had ze een slaapplekje gevonden in de schuur.
Kortom ze had besloten bij ons te komen wonen!
We hadden op dat moment geen huisdieren meer, dus in feite vonden we het wel gezellig om weer een kat te hebben.
We doopten haar “Minou”, want in onze optie heette iedere Franse kat zo!

Minou knapte zienderogen op, haar vacht begon weer te glimmen en ze keek
pienter uit haar mooie geel/groene ogen.
Voor de zekerheid hadden we bij de buren gevraagd of zij soms een kat misten, maar dat was niet het geval.

Minou voelde zich helemaal op haar gemak bij ons.
 Als ik bij de waslijn was aan het ophangen was, dan lag ze met haar achterpoten breed uitgespreid lekker te zonnen.
Waar we ook bezig waren, ze was altijd van de partij, liep parmantig met haar staart recht omhoog achter ons aan.
Het was inmiddels wel duidelijk geworden dat het een “zij” was!

Op een dag stond ik te wroeten in de aarde en Minou zat op een steen mijn nijvere arbeid gade te slaan.
We waren helemaal op elkaar ingespeeld, ik deed het werk en zij inspecteerde!
Er kwam een donkergroene auto het erf oprijden en er stapte een keurig in het pak gestoken man uit, terwijl hij met zijn armen omhoog geheven riep:
“Ooh, Carbone ben je hier?!
Hij tilde Minou? op en “Carbone” herkende de man, ze knorde gelijk terwijl hij haar op zijn arm had.
Ondertussen had hij zich voorgesteld, hij woonde hemelsbreed gemeten, door de weilanden misschien een halve kilometer bij ons vandaan.
Over de weg was het verder, een paar haarspeldbochten en heuvel op en af.

Ze heette dus Carbone en Bruno (haar baas) vertelde, dat ze al eerder geprobeerd had met één van haar kittens in haar bek, te verhuizen. Naar ons?
Hij had het nog kunnen verhinderen. Hij had haar in de bocht opgewacht en weer mee naar huis genomen.
Vandaar dat ze in het begin af en toe eens langs kwam, ze moest haar kittens nog verzorgen en daarom zag ze er niet zo florissant uit.

Minou/Carbone mocht van Bruno bij ons blijven wonen, hij zei je kunt een kat toch niet dwingen.
Hij had het idee dat ze het bij hen te druk vond, ze hadden meerdere katten, haar langharige tweeling zus, genaamd “Plus Pluche”, haar moeder en nog een kater uit een ander nest.
Ze hadden ook een hond, kippen, ganzen, konijnen, vogels, een hele menagerie, vertelde hij.
Dus vanaf die dag hadden we haar “officieel” geadopteerd en heette ze weer Carbone!

En ook vanaf die dag raakten we bevriend met Bruno en zijn vrouw Christiane, vlotte jongelui met véél gevoel voor humor.

Carbone werd na een poos niet alleen maar dik van het brokjes eten, maar was weer in blijde verwachting.
We hadden in de schuur overal fijne slaapplekjes voor haar gemaakt.
Ze mocht wel binnen totdat wij naar bed gingen, maar dan zette we haar in de schuur, waar ze ook wel uit kon, als ze dat wilde.
Op een ochtend kwam ze niet tevoorschijn, wij gingen op zoek en vonden haar in een doos in de schuur met haar nestje kittens.


Toen hebben we heel de familie verhuisd naar de eetkamer, waar het later toen de kittens meer gingen bewegen dolle pret was.
Wat was er nou leuker dan in ons ouderwetse behang van pluche stof, omhoog te klimmen, je had een prima houvast!

Toen ze de leeftijd hadden om “uit huis” geplaatst te worden, viel dat nog niet mee om ze kwijt te raken.
Iedereen op de campagne heeft “chatons” (kittens) en iedereen bood ze gratis
(à donner) aan!
 Wij ook, we hingen briefjes op bij de supermarkten, via via probeerden we ze, 4 stuks allemaal zwart, 1 poes en 3 katers, kwijt te raken.
Maar iedereen was al voorzien.
We plaatsen een advertentie in een regionaal krantje. En ja hoor er belde een man uit Moulins. Zijn vriendin was bij hem weggegaan en zij had ook de kat meegenomen.
Hij vond dat zo erg, ik had de indruk dat hij het erger vond dat de kat weg was dan zijn vriendin!
Maar goed hij wilde wel een katertje hebben. Wij dachten we moeten de enige poes uit het nest, “die meid”, zoals we haar noemden toch ook kwijt zien te raken.
Ik trok de stoute schoenen aan en stelde die man voor om “die meid” ook te nemen, twee katten is toch gezelliger dan één!
Ach ja, zei hij toen, waar er één kan eten kunnen er ook twee eten.
Hij had echter géén vervoer om ze te komen halen. Zelfs dat vonden we geen probleem, dus wij met twee kittens in een doos naar Moulins gereden, waar hij woonde.
Ze kwamen terecht in een groot huis, waar ook een tuin was. We gaven ook nog een pak brokjes, waar ze aan gewend waren om te eten, er bij cadeau!

Wij reden helemaal blij, dat de transactie was geslaagd, naar huis, naar de twee smurfen die we hadden gehouden, de ene noemde we Smurf en de andere Vlek, omdat hij een minuscuul vlekje onder zijn kin had.

Maar om nou in de toekomst te voorkomen dat we weer moesten leuren met kittens, besloten we een poosje later om Carbone te laten steriliseren.
We maakten een afspraak bij een dierenartspraktijk in een naburig dorp. De praktijk werd gerund door Belgen, dus zij spraken Vlaams en Frans.
We leverden Carbone af en ze zouden bellen wanneer ze klaar was.
Ze belden wel, maar om te zeggen dat Carbone alweer 4 “ampullekes” in haar baarmoeder had, dus moest heel de baarmoeder er uit.
De operatie was goed verlopen en we mochten haar ophalen.

We betaalden de rekening met een cheque en kregen de factuur mee.
De Vlaamse dierenarts moest lachen toen hij ons adres, “Le Taillis” opschreef, want de vertaling daarvan is officieel “het (eiken) hak hout” maar hij zei:
“O ja, het schijtbosje!”
Dat verzon hij niet ter plekke, maar dat stamde nog uit de tijd, dat er geen verharde wegen waren en de mensen met paard en wagen zich verplaatsten.
Wanneer men dan nodig moest ging men even aan de kant in de bosjes zitten!
In het hak hout!


                                       ****************

RECEPT.

SALADE MET KRIELAARDAPPELTJES.

Ingrediënten voor 1 persoon:

- 5 à 6 gekookte krielaardappeltjes
- halve rode paprika
- 2 bosuitjes
- 1 kropje Romano sla
- 1 ei
- 1 kleine wortel
- Peterselie
- Parmezaanse kaas
- olijfolie, witte balsamicoazijn
- peper en zout

Kook de krielaardappels gaar en laat afkoelen.

Kook het ei naar behoefte hard of minder hard en laat het ei afkoelen.
Snijd het kropje Romano sla fijn, de paprika in kleine stukjes, rasp de wortel fijn en snijd de bosuitjes in kleine ringetjes.

Vermeng de groenten met de krielaardappeltjes, leg het mengsel op een bord, maak een dressing van de olie, azijn, peper en zout en sprenkel dit over de salade.
Snijd het gekookte ei in vieren, garneer met wat gesneden peterselie en rasp met een fijne rasp royaal Parmezaanse kaas over de salade.

Als dessert een bakje magere kwark met blauwe besjes.



                                                 ********************

zondag 1 maart 2015

HERFST.



De herfst bracht ons vaak tot begin november nog mooie zonnige dagen met een aangename temperatuur.
Prima weertje om nog buiten bezig te zijn.
Ook werd er dan gezorgd voor voldoende hout om op te stoken in de open haard.
Ondanks de centrale verwarming vonden we het gezellig om `s avonds lekker warm bij de brandende haard te zitten.


Er werd tien kubieke meter mooi droog hout thuisbezorgd en dat moest dan opgestapeld worden in het houthok, boven in de weide.


Didier, de overbuurman kwam regelmatig langs om een praatje te maken en was nooit te beroerd om ons tips te geven.
Dit keer ging het over de aanleg van de moestuin.
Hoewel ik nog heel de winter de tijd had om daar op te studeren, had hij gelezen over een methode om te tuinieren met de maanstanden.
Hij bracht een tijdschrift mee met een heel schema, hoe dat dan zou moeten.
Het kwam er dan wel op neer dat je dan op die en die dag, bijvoorbeeld `s morgens om half zes de boontjes moest leggen!
Nou daar moest ik nog eens over nadenken of ik dat wel leuk zou vinden.
Hij wilde het in ieder geval wel proberen, want alles zou het dan veel beter doen.

Hij wist op alles raad, want als het zover was dat het stuk grasland, waar de moestuin zou komen omgeploegd moest worden, dan gaf hij wel een telefoonnummer van iemand die dat kon doen.
Een ouder mannetje, die dan met een kleine freesmachine op een aanhanger kwam om het klusje te klaren.
Wat zou dat kosten vroegen we, misschien nog met de tarieven van voorrijkosten van Nederland in ons hoofd?
Hij gooide op zijn bekende manier zijn armen in de lucht, haalde zijn schouders op en zei dat het wel mee zou vallen. Die man deed het er bij om een zakcentje te verdienen.

Een keer zeiden we dat we nog meer van die grote keien wilden hebben, waar onze perken in de tuin mee afgezet waren.
Wij vroegen toen hij net instapte in zijn auto, of ze die ook bij de “carrière” (steengroeve) hadden, waar we wel eens grind hadden gehaald.
Hij veerde dan weer energiek op uit zijn auto, leunde op het portier en keek ons ongelovig aan.
“Kopen?, ben je gek!”



In een oude, niet meer werkende steengroeve in een naburig dorp mocht je ze gratis halen.
Hij wees met zijn rechterhand die richting op om vervolgens met zijn linkerhand in een bocht van negentig graden, duidelijk te maken, dat je na het plaatsnaambord, bij het derde huis links moest zijn.
 Daar woonde de burgemeester van het dorp en het was beleefder om daar eerst toestemming voor te vragen.
Zo gezegd zo gedaan.
De burgemeester was zeer verrast dat we er toestemming voor kwamen vragen, hij stelde het zeer op prijs, want dat had hij nog nooit eerder mee gemaakt!
Het was geen probleem, we mochten er net zoveel meenemen, als we wilden.

Het was heerlijk om daar met je verstand op nul in de zon rond te lopen met grote werkhandschoenen en stevige schoenen aan en alleen maar stenen te rapen.
Nou ja rapen, we moesten ze ook wel een meter omhoog gooien.
Af en toe namen we een pauze, zaten dan op een grote steen wat te drinken of aten een appel. Onder tussen keken we rond waar de mooiste exemplaren lagen voor de volgende ronde.
We gingen door totdat we zo met het blote oog vaststelden dat de aanhanger wel aan de vracht was.
We haalden een paar keer een vrachtje en waren daarna gezond moe.
Het was wel steeds in én uitladen!
We hadden geen sportschool nodig om spierballen te krijgen!

Gelukkig vielen wij met ons busje met aanhanger niet uit de toon, zo op de campagne.
Didier reed in een Renault Express, de buurmannen ook, dat was een must!
Ze hadden er nog wel een personen auto bij, zoals iedereen bij ons in de buurt.
Alleen onze "facteur"  (postbode) viel een beetje buiten de boot.
Als hij de post kwam brengen was dat uiteraard in het bekende gele autootje, maar privé reed hij in een Mercedes.
Zomer en winter had hij een (te) gebruinde tint, ravenzwart haar, keurig gekapt, een gouden ketting om zijn nek, altijd zichtbaar en dito armband, net alsof hij zo van een Bounty eiland was gestapt!
Als we hem tegen kwamen in zijn Mercedes kwam dit alles mede dankzij zijn zonnebril met gespiegelde glazen nóg beter tot zijn recht.

We ontmoetten Johan en Coby ook regelmatig. We konden gezellig met elkaar kletsen en zij waren doorgewinterde tuiniersters met groene vingers!
Als we bij ze op bezoek gingen werd er altijd eerst een rondje door de moestuin en bloementuin gemaakt. Zo kreeg ik heel wat polletjes of stekjes om in de borders te planten.
Johan had de heerlijkste door dragende aardbeien soort in zijn moestuin staan, die we ooit geproefd hadden, dus stekken waren te zijner tijd welkom.


Gedurende de winter verdiepte ik me in “Tuinieren stap voor stap”.
Als ik het zo las, was het zo klaar als een klontje!

In gedachten zag ik al rijen tomatenplanten, rijkelijk voorzien van rode trossen in de zon hangen, bloeiende sperziebonen, fleurige gele bloemen van de courgettes en prachtig glanzende gerooide aardappels voor me.

                                           Kortom een gigantische oogst dus!!

Alleen het hoofdstuk over ongedierte en ziektes zette toch wel een domper op mijn enthousiasme.
 Invasies van kevers, luizen, witte koolvlieg en ander eng gespuis daar moest je toch wel ernstig rekening mee houden.
Maar voorlopig was het alleen nog maar theorie!

Hoewel theorie; ik kon er toch niet zo goed van slapen, nadat ik van alles had gelezen.
In ieder geval wierp het lezen over tuinieren met de maanstanden, rekening houdend met opkomende en ondergaande zon, de stand van de sterren e.d. op een andere manier zijn vruchten af.
Ik schreef toen het volgende gedichtje:

Ik stond `s nachts voor het raam,
keek omhoog naar de donkere hemel
 zag daar zoveel sterren staan
en ik dacht: “Waar komen die in hemelsnaam vandaan?”


                    ***********************

RECEPT.

DE MAANDAGSCHOTEL.

Na het weekend nog wat restjes over?
Deze schotel uit de oven is daar ideaal voor om ze in te verwerken.

Ik had als ingrediënten:

-  koud gegaard kippenvlees over van een kip klaargemaakt in de oven
- prei, stukjes paprika, knoflook teen, champignons, 2 stengels bleekselderij
-  klein blikje doperwten met wortels
- eetlepel bloem
- scheut bouillon
- royale eetlepel crème fraîche.
- peper en zout
- aardappelen voor de puree.
- Parmezaanse kaas op te raspen

Verwarm de oven op 180 graden.

Maak op de bekende manier aardappelpuree.
Roerbak de groenten (behalve de inhoud van het blikje groente) in een wok, strooi de bloem er over en laat even garen.
Giet de bouillon er bij en maak een dikke saus.
Voeg dan een klein blikje groente toe en als laatste de koude kipresten.
Roer de crème fraîche er door en proef of er nog peper en/of zout bij moet.

Vet een ovenschotel in en doe het groentemengsel er in. Leg daar bovenop de aardappelpuree en rasp de Parmezaanse kaas er over.
Zet de ovenschotel in de oven gedurende ongeveer 25 minuten tot de kaas mooi goudbruin is. 



                                                    *********************