In
een stroomversnelling.
Toen
de lente in zicht kwam, begonnen we met de buitenkant van het huis en de garage
onder handen te nemen.
Aan
het huis viel niet veel te doen, maar we wilden toch het pleisterwerk qua kleur
opfrissen.
Het
sauzen daarvan nam ik voor mijn rekening en toen heb ik in totaal zeventig kilo
“crépi” met een blokkwast weg gewerkt! Uiteraard
niet in één keer, als ik bezig was had ik een bepaald gedeelte in gedachten,
was dat klaar dan hield ik op. De volgende keer ging ik dan weer verder.
Toen
het me te warm werd, stond ik zelfs een paar keer`s morgens om zes uur al te
kwasten. Op zich was het geen moeilijk werk, we hadden nogal ruw pleisterwerk
aan de buitenkant, dus het enige wat belangrijk was, dat je iedere bobbel en holletje
goed raakte. Daarbij had ik, als ik op de ladder stond een mooi overzicht van
de tuin
en kon ik in de vroege morgen de daarbij behorende geuren opsnuiven.
Van bovenaf zag ik, als ik met de ladder in een perk stond nog mogelijkheden om
er iets bij te planten of te verplaatsen, dus het was niet helemaal met het
verstand op nul werken!
Joep,
nam de luiken voor zijn rekening en deze werden in onze favoriete kleur
“Baskisch rood” geverfd, dat stond mooi met de kleur van de “crépi: ton
pierre”. Daarna ging hij aan de slag met de voorkant van de garage, die was
echt wel aan een opfrisbeurtje toe.
Er
was een oude overkapping met vieze golfplaten en die sloopte Joep er helemaal
af. De bovenkant van de gevel werd voorzien van nieuwe platen, boeiborden en
het stucwerk werd ook in de “crépi” gezet.
De grote houten deuren werden hier
en daar opgeknapt en opnieuw geschilderd.
Aan de zijmuur toverden we de houten
balken weer tevoorschijn, dat stond landelijker dan een hele muur van stucwerk.
Wij
waren tevreden over het resultaat.
In
Nederland ging het allemaal niet zo voorspoedig als bij ons. De moeders baarden
ons toch wel zorgen. We gingen weer regelmatig die kant op, niet alleen om de
kinderen en kleinkinderen te zien, maar ook om bijvoorbeeld over mijn moeder
gesprekken te kunnen hebben met de huisarts en diverse instanties.
Het
kwam er op neer dat het niet meer verantwoord was dat ze op zichzelf bleef
wonen. Hoewel haar geheugen haar al vaak in de steek liet en zij niet meer
gezond at en er soms bedorven kliekjes in de koelkast stonden, vond ze het niet
leuk om naar het bejaardentehuis te gaan.
Na
een wachttijd van drie maanden kon ze geplaatst worden in een bejaardentehuis
in haar woonplaats. Wat een afschuwelijke uitdrukking; geplaatst worden! Maar
zo werd het wel gebracht, zolang er géén plaats was, kon je niet geplaatst
worden!
Wij
namen met Suzanne en Nicolas, mijn zus en haar zoon de taak op ons om haar huis
te ontruimen. We namen aan meubilair mee wat we kwijt konden in haar kamer en
de nodige persoonlijke spulletjes. Het werd een trieste aangelegenheid om alles
wat in huis was door je handen te laten gaan en te moeten beslissen wat er mee
moest gebeuren.
Met
Joep zijn moeder was het ook al niet meer zo goed en die had ook veel zorg
nodig. Dat deden Joep zijn broer en zus grotendeels, maar daar zat toch ook wel
een verhuizing naar een bejaardentehuis aan te komen.
In
de loop van het jaar reisden we zoveel heen en weer, het leek wel of we constant
uit een koffer leefden en we nergens meer op ons gemak konden zijn. Toen namen
we na rijp beraad een moeilijke beslissing. We zouden ons huis gaan verkopen en
teruggaan naar Nederland.
In
de eerste plaats wilden we onze kleinkinderen ook vaker zien en ondanks dat
mijn moeder in een bejaardentehuis verzorgd werd, vroeg dat toch nog de nodige
aandacht. Mijn zus woonde op een afstand van twee en half uur rijden van haar
en had haar werk.
We
konden niet meer rustig thuis zitten in Frankrijk en in de zon lopen
flierefluiten in de wetenschap, dat mijn moeder dagenlang alleen zou zitten.
Als
we gebeld werden en het telefoonnummer van het bejaardentehuis op onze telefoon
zagen verschijnen, dan ging ons hart al sneller kloppen. Wat zou er aan de hand
zijn? Ze was bijvoorbeeld naar buiten gepiept en kon de weg niet meer terug
vinden. Wildvreemde mensen brachten haar dan in de auto terug!
Langzamerhand
werden de rollen omgekeerd, van kind zijn ging je steeds meer en meer de moederrol
vervullen; over je dementerende moeder!
Op
een gegeven ogenblik raakte alles in een stroomversnelling, makelaars en de notaris
werden ingeschakeld voor de verkoop van ons huis. Wij gingen uitgebreid zoeken
op internet naar een huis in Nederland. Het was moeilijk om te gaan bepalen
waar we precies wilden wonen, dichterbij de kinderen of bij de moeders?
Na
een paar maanden verkochten we ons huis en de oplevering daarvan zou vier
maanden later in het daarop volgende voorjaar zijn. Toen dat gegeven vast
stond, gingen wij ons verder oriënteren in Nederland. Nadat we de regio, in
overleg met de kinderen bepaald hadden vonden we toch dat we moesten zoeken in
de buurt van de moeders en waar onze vrienden ook woonden.
We
gingen bij vrienden logeren en bezichtigden in drie dagen tijd, zestien huizen!
Het
waren veel indrukken die we te verwerken kregen qua ligging, indeling, verschil
in prijs en buurt waar de huizen lagen.
Een
belangrijk gegeven bij het zoeken naar een huis is, hoe voelt het aan als je er
binnen stapt, ondanks het vreemde meubilair. Zie je jezelf daar wonen, staat de
buurt je aan, was er toch nog genoeg privacy?
We
konden en mochten het niet vergelijken met ons huis in Frankrijk, dat begrepen
we ook wel. Maar uiteindelijk kwamen we er uit.
Het werd een helft van een
dubbel woonhuis in Flevoland op slechts dertig kilometer van onze voormalige
woonplaats in Nederland, toch nog in de buurt van onze moeders en vrienden.
Toen
moest er weer het nodige georganiseerd worden voor de komende verhuizing. Dat
werd drastisch opruimen, we gingen van een immens grote garage met zolder en
grote schuur naar een standaard maat garage in Nederland. Mijn patchvriendinnen
konden nog wel het één en ander gebruiken en de “Emmaüs” was blij met onze
overtollige spullen.
Uiteraard
kwam er weer een hele papierwinkel aan te pas, maar met een lange lijst van wat
er allemaal moest gebeuren was dat stap voor stap wel te doen.
We
namen afscheid van onze vrienden, dat was niet dramatisch want we wisten dat we elkaar niet uit het oog zouden
verliezen.
Op
de patch club nam ik afscheid met een hapje en drankje.
Van
mijn “eigen” patchgirls kreeg ik als afscheid een etentje aangeboden en dat was
erg gezellig.
Zij
hadden als verrassing dit tableau voor me gemaakt en daar ben ik nog steeds erg
blij mee, een dierbare herinnering.
Toen
de verhuizing in zicht kwam, ging het met Joep zijn moeder niet goed.
Voor
de zekerheid lieten we bij de notaris een volmacht voor Joep opmaken, zodat wat
er ook gebeurde de overdracht van ons huis kon doorgaan.
De
verhuizers kwamen en alles werd ingeladen en opgeslagen in de garage van het
huis in Nederland.
Gelukkig
had de nieuwe eigenaar van ons huis de slaapbank overgenomen, dus die konden we
nog gebruiken. We zaten op het tuinmeubilair met alleen de hoognodige spullen,
die we zelf mee zouden nemen.
Joep,
ging een week voor de overdracht van ons huis met een volgeladen aanhanger en
Vlek en Carbone in op maat gemaakte benches, zodat ze in de auto pasten op pad,
richting België!
Het
was niet bepaald een ontspannen ritje om met twee vrijbuiter katten, hard
miauwend onderweg te moeten zijn, ik was blij dat ik er niet bij was!
De
dierenarts had rustgevende tabletten afgeraden in verband met overgeven en dat
ze dan daarna juist angstiger zouden worden.
We
konden in een chalet op het vakantiepark in België waar Leontine werkte,
verblijven. Anders zouden we een week dakloos zijn, voordat de overdracht van
het door ons gekochte huis in Nederland kon plaatsvinden. Toen Joep in het chalet
aankwam, ging hij de volgende dag gelijk door naar zijn moeder. Zij overleed
een paar dagen later.
Ik
bleef in Frankrijk tot de datum van overdracht en om het huis op te leveren.
Het was best vermoeiend, de overgebleven spullen inpakken, alles in mijn Fox
laden die tot de nok toe vol zat en toen in een brandschoon huis wachten op de
nieuwe eigenaar.
Bij
de notaris verliep alles goed, alleen waren er problemen met het geld
overboeken naar Nederland en dat hield even op. Ik ging met onze makelaar, zij
was een patchvriendin van me, mee en at daar tussen de middag een hapje.
Uiteindelijk kregen we een telefoontje dat het geld was gestort.
Toen
kon ik ook met een gerust hart op pad, de bedoeling was dat ik in Auxerre in
een hotel zou overnachten en de volgende dag door zou rijden naar het chalet in
België.
Al
met al waren we op dat moment door de omstandigheden te druk om te beseffen,
dat we een belangrijk hoofdstuk van ons leven afsloten.
Een
meer dan mooie onvergetelijke tijd van veertien jaar in La Douce France.
En
ondanks het feit dat we nu al jaren, naar ons zin in Nederland wonen, ligt ons
hart nog steeds “Daarginds in de groene heuvels”!
*******