Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

zaterdag 31 mei 2014

NOG ONDERHANDELEN ??



Op de terugweg naar het notariskantoor, was er in Bourbon een wielerronde aan de gang en we werden tegengehouden door een man, gewapend met een politiefluit in zijn mond en een “spiegelei” in zijn hand.
Hij keek oplettend naar zijn mede surveillant zo`n honderd meter verderop.
Deze gaf het sein “veilig” en we mochten doorrijden als we maar opschoten, want het peloton kon er ieder moment aankomen.

Toen we rechtsaf de “Avenue du 8 Mai 1945” wilden opdraaien, was deze afgesloten met een hek.
Een “gendarme” keek met een donkere blik naar het kenteken van onze auto.
“Mr Dubois” wees slechts met zijn pen naar rechts en hup het hek werd zonder commentaar opzij geschoven.

Aan het bureau van “Mr.Dubois” probeerden we nog wat aan de prijs te sleutelen. Zeer beslist zei hij “Non” en hij pakte een dossier en liet ons de opdracht tot verkoop zien met een vraagprijs van maar liefst honderdvijftig duizend francs hoger! Acht maanden eerder opgesteld.
Een andere Nederlander had een bod uitgebracht en hij liet ons een brief van de eigenaar zien, waarin deze instemde met de verkoop voor het ons genoemde bedrag.
Ineens kreeg ik een onbehaaglijk gevoel en zei tegen Joep: “Hij is nog bezig met andere mensen en hij biedt het ons voor hetzelfde bedrag te koop aan!
Dat is vragen om moeilijkheden!”
Wij probeerden hem zo goed mogelijk uit te leggen, dat zoiets in Nederland
niet kon. Bij hem kon het wel!
 Die andere Nederlander had voor een week later een afspraak en die twijfelde nog tussen dit huis en een huis ergens anders. Hij had niets getekend of betaald en gezegd als het eerder verkocht zou zijn, dat het dan jammer was.
Het was zelfs niet nodig om b.v. meer te bieden en voor minder kon het ook niet!
We wilden nog wat bedenktijd en maakten een nieuwe afspraak voor de volgende dag.

Na deze voor ons enerverende uurtjes, ploften we met nog veel te veel adrenaline in ons lijf neer in Bar “L`Escale”.

Joep gooide er op zijn lege maag gelijk een “pastis” tegen aan.
Ooit hadden we ergens gelezen, dat als je in een dorp iets wilt weten, een barman een ideale vraagbaak zou zijn.
Deze barman was een rustige slanke man met een grijze baard.
We begonnen een gesprek en vertelden waar we mee bezig waren.

Hij hoorde ons verhaal aan en was het er mee eens dat een verbouwde “fermette” met twee hectare grond voor dat geld geen slechte koop zou zijn.
De notariskosten zoveel??
“Tja, dat is Frankrijk” stelde hij nuchter vast.
Hij had echter één groot bezwaar “Saint-Plaisir??”
Daar hebben ze nog maar één bar, vroeger waren er drie! Saint-Plaisir is dood was zijn oordeel.
Voor ons zou het woonplezier niet afhangen van het aantal bars! We hadden ook wel gezien dat “Saint-Plaisir” geen bruisend centrum had.

Hij wist in Bourbon ook nog een huis te koop.
Hij verontschuldigde zich en liep weg. Drie tellen later kwam hij terug met een andere man, die hij uit de bar er naast had geplukt.
“Voilà”, de plaatselijke postbode, hij had zijn huis ook te koop.
De postbode had een huis in Bourbon met uitzicht op de ruïnes van het kasteel voor dezelfde prijs als de “fermette”.
Als we wilden mochten we wel even kijken. We reden met hem mee naar een hoger gelegen straat, waar de eerste verdieping van het huis gelijk lag met het niveau van de straat. Op zich was het huis netjes gerestaureerd maar met een beetje vreemde indeling en weinig ramen, vonden wij.
De ruïnes van het kasteel waren in de verte te zien door een klein raam in de keuken. Niet echt wat we zochten, dus we bedankten hem voor de moeite en liepen terug, via trappen naar beneden, naar onze geparkeerde auto.

`s Avonds tijdens het diner maakten we de eigenaresse van ons hotel deelgenoot van onze plannen. Zij was het er ook mee eens dat het, gezien onze omschrijving niet te duur was.
Natuurlijk kwamen de notariskosten weer ter sprake. Zij had een neef die notaris was en zij belde hem om het één en ander te controleren.
Op onze kamer belde Joep voor de zekerheid nog even met onze andere vraagbaak in Frankrijk-zaken: Flip onze vriend in de Dordogne.
We belden met onze dochters thuis om te horen hoe zij er over dachten.
We draaiden het telefoonnummer dat op het bord van het kabouterhuisje stond en we vonden dat de prijs behoorlijk pittig was ten opzichte van de “fermette”.
Naar ons idee waren we ondertussen wel voldoende geïnformeerd en in feite was het heel simpel het zou: “JA” of “NEE” worden.
Na nog wat over en weer gepraat, probeerden we te slapen.
We hadden voor negenennegentig procent besloten dat het “JA” zou worden!

De volgende ochtend vroegen we “Mr.Dubois” of we nog een keer alleen naar de “fermette” mochten gaan kijken.
We vertelden hem dat we daarna de beslissing zouden nemen en hij gaf ons de sleutels mee.

We maakten vanaf het begin van de toegangsweg bij iedere bocht foto`s en van het huis zowel binnen als van buiten, voor de familie thuis.


Toen we daar zo samen door het huis en de tuin liepen en we op de treden van het terras in de zon zaten, was het honderd procent zeker.
Het zou: “JA” worden.
In “onze” weilanden liepen volgens “Mr.Dubois” schapen van de buurman. 


Er stond een van golfplaten gebouwde stal op.
Toen we aan de rand van de weilanden stonden, zag ik in mijn fantasie al twee, ja gelijk maar twee!!, IJslanders, Fjorden of Haflingers met wapperende blonde manen galopperen.
Ik zei tegen Joep, alsof we al een heel gesprek over het houden van paarden hadden gevoerd: “Die stal is wel erg laag voor paarden hè?”
Joep niet in het minst verwonderd, antwoordde: “Nou, dan maken we hem toch hoger! Twee Shetlanders passen er in ieder geval in!”
Bij het woord Shetlanders moest ik denken aan de ideeën van vroeger van Suzanne en Leontine; zij wilden het liefst twee Shetlanders van de slacht redden en in een tuin van elfhonderd vierkante meter houden!
Hier zou het kunnen, maar ja, waar was ik mee bezig?!
“Nou dat zien we nog wel” antwoordde ik ineens realistisch.
“Laten we eerst maar zien of we de zakelijke kant voor elkaar kunnen krijgen”.

Terug bij de notaris zeiden we dat het VERKOCHT was!
Hij ging ons keurig de samenstelling van de notariskosten voorrekenen: registratie zus en zo, zoveel procent daarvoor, zoveel procent over de grond, een ander percentage voor het huis en nog veel meer, al met al zou de registratie twee maanden duren. Uiteraard verdiende hij er zelf ook wel aan, maar eigenlijk ging het meeste naar de overheid, net als in Nederland.

Vervolgens namen we de voorlopige koopakte punt voor punt door. Gelukkig hadden we al wat ervaring met koopaktes en mijn jarenlange ervaring op een makelaarskantoor kwam nu goed van pas.
Ondanks de moeilijke Franse termen konden we de strekking ervan goed begrijpen. Na veel gegoochel met getallen van o.a. het aankoopbedrag, geboortedata en trouwdatum stond uiteindelijk alles op papier.
Tenslotte moest Joep een stuk tekst eigenhandig schrijven, waarin wij verklaarden, dat er geen geld van de bank in de vorm van een hypotheek of een ander soort lening nodig zou zijn. Op iedere pagina moesten we allebei onze paraaf zetten.
Op de laatste bladzijde moesten we met de hand schrijven “Lu et approuvé, Bon pour achat” en onze handtekening zetten.
Een inspannende bezigheid zo een Franse transactie!

Inmiddels was het etenstijd geworden, dus we werden min of meer vriendelijk met een “Bon Appetit” weggestuurd.
Na de sluitingstijd zou “Mr.Dubois” met ons meegaan naar de bank, om een rekening te openen.
Alleen een handtekening op de voorlopige koopakte was niet voldoende, bij het tekenen gelijk tien procent van de koopsom betalen; boter bij de vis.
Die “tig mille francs” hadden we uiteraard niet in onze kontzak zitten.
We zouden een bankrekening openen en in Nederland gelijk het benodigde geld overboeken.

In de auto zaten we “stuk”, het was een verademing om er zo maar zonder na te denken een zin uit te kunnen gooien!
We reden een willekeurige richting op, onze neus achterna, alsof we op de automatische piloot vertrouwden.


Zo kwamen we in Souvigny terecht en vierden onze aankoop met een driegangen menu.

Ondertussen waren we het er over eens, dat de bank waar we de rekening zouden openen de “Credit Agricole” zou worden.
Gewoon gevoelsmatig “ Agricole” vonden we wel bij de “campagne” passen.

Bij de bank aangekomen voerde “Mr.Dubois” voor het gemak het woord.
Hij had ons `s morgens echter verzekerd, dat ons Frans helemaal niet slecht was.
Dit compliment gooiden we maar op de Franse beleefdheid.
Opnieuw begon het gegoochel met getallen.
Toen we onze trouwdatum moesten noemen, begonnen we diep na te denken en te “uh” en: “Vingt….huit….septembre…Mille”
“Mr.Dubois” bleef behulpzaam en schudde zonder haperen de bewuste datum uit zijn mouw, zo vloeiend, hij leek Ivo Niehe wel!
Iedereen, want de Mevrouw van de bank had inmiddels versterking gekregen van twee mannen, schoot in de lach.
“Mr.Dubois” haalde verontschuldigend zijn schouders op.

Drie paar handen waren uiteindelijk voldoende om de juiste code in de computer “Les Pays Bas” onder ons adres te krijgen!
Met alle mogelijke superlatieven nam iedereen afscheid van elkaar en uiteindelijk stonden we een beetje verloren op de stoep.
`s Morgens hadden we de rekening van ons hotel al betaald en onze bagage gepakt.
“Wat nu?” vroeg ik aan Joep. “Naar huis!” zei Joep nog bruisend van energie.
 “Nu nog?” vroeg ik weifelend.
“We gaan gewoon, we zien wel tot hoever we komen! We kunnen altijd nog onderweg  overnachten” zei Joep terecht.
We popelden eigenlijk van ongeduld om onze blijdschap te delen met het thuisfront.
Midden in de nacht was het eindelijk zo ver!


                                           *******************



RECEPT.

RABARBER-AARDBEIENJAM.

Neem in gelijke delen qua gewicht,

- rabarber, schoongemaakt en in stukjes gesneden.
- aardbeien eerst wassen en dan de kroontjes er af halen en in stukjes snijden.

Omdat zowel rabarber en aardbeien arm zijn in pectine, dat zorgt voor de binding,
doe ik er nog wat gesneden stukjes appel bij.

Weeg nu eerst de hoeveelheid fruit.




Breng het fruit met sinaasappelsap aan de kook en laat pruttelen tot het gaar is.
Als je niet houdt van stukjes in de jam, zet dan de staafmixer in het fruitmengsel en maal het fijn.
Lees de gebruiksaanwijzing op de geleisuiker en pas de hoeveelheid suiker aan,
aan het gewicht van het fruit.
Bereiden volgens de gebruiksaanwijzing van de geleisuiker.

Vul de met heet soda water schoongemaakte en met heet water afgespoelde en op een theedoek uitgelekte potten.



Zet ze na het vullen een poosje op hun kop, keer ze later om en versier ze desnoods met een leuk etiket.


                                                            ***************************

donderdag 15 mei 2014

BIJ DE NOTARIS.

We werden in een wachtkamer geparkeerd. Na een paar minuten kwam er een man van rond de veertig jaar, lang en op deze zonnige middag gekleed in een lichtbruin pak met daaronder een Lacoste poloshirt. 
Hij stelde zich voor als “Monsieur Dubois”. Hij maakte een beetje afwezige indruk. 
Het laatste wat hij had verwacht, was op de vroege maandagmiddag twee gebrekkig Frans sprekende Nederlanders voor zijn neus.
We lieten hem de advertentie zien van de twee huizen, die we niet gevonden hadden en mochten mee naar zijn kantoor.
Het goedkoopste huis was al verkocht.
Voor de zekerheid hadden we de naam van het huis, dat we zo mooi vonden, bij de advertentie opgeschreven en vroegen hem hoeveel het moest kosten.
Hij noemde een bedrag dat maar dertigduizend francs hoger lag dan de prijs van het andere huis uit de advertentie.
We keken elkaar hoopvol aan, het viel ons reuze mee!
Wij vroegen of een bezichtiging mogelijk was. “Nu?” vroeg hij verbaasd en wij zeiden bescheiden: “Ja, als het mogelijk is!”
Gelukkig had hij geen overvolle agenda en hij haalde de sleutels van de twee huizen.
Hij reed mee in onze auto en als eerste gingen we naar ons favoriete huis.
Onderweg vertelde hij en dat hadden we zelf ook al door, dat het een ”tres belle affaire” was.
De eigenaar was in verband met zijn pensioen en ziekte weer teruggegaan naar het Noorden van Frankrijk om dichterbij zijn kinderen te kunnen wonen.
De betreffende familie had er tien jaar gewoond.



Toen we voor de derde keer voor het ijzeren hek stonden, ging het dus eindelijk open.
Toen we voor het huis stonden vertelde “Monsieur Dubois” langs zijn neus weg, dat er bijna twee hectare grond bij hoorde en wees daarbij twee weilanden, omzoomd met de heggen en hier en daar een eikenboom, die links aan het huis grensden. 

Twee hectare maar liefst!
We konden er eventueel ook nog twee en een halve hectare bijkopen en hij wees de weilanden aan, die aan de voor, zij en achterkant lagen. 
Hij noemde zelfs een bedrag, maar in onze opwinding over alleen al die twee hectare, verstonden we alleen maar “Mille francs” zonder het getal dat er voor hoorde!
Op dat moment was het ook helemaal niet belangrijk, we wilden het huis graag van binnen zien.

Hij opende de voordeur en we stonden gelijk in keuken.
Een in okergeel betegelde, niet zo brede maar wel diepe keuken met een lichtbruin aanrechtblok en een koperen schouw boven het gasfornuis. Beige plavuizen op de vloer.
Trots liet hij ons de slechts drie jaar oude centrale verwarmingsketel zien. 
Het was uiteindelijk een “tres belle affaire”. 
In de tuin hadden we al de witte gastank zien liggen.

Links was de royale badkamer met een van bruin naar crème verlopend gekleurd ligbad. Om de rand van het bad hing een geplooid plastic gordijntje, waar ik inwendig om moest lachen.
De schelpvormige wastafel had dezelfde kleuren als het bad. Design van de jaren tachtig!
Maar er was zelfs een wasmachineaansluiting en aan de muur hingen twee donkerbruine kapstokken. Aan de witte plekken op de wanden te zien, hadden alle muren volgehangen met kastjes.
Naast de badkamer was een grote toiletruimte met een vreemde vierkante kunststof WC.
Ik vroeg verbaasd of het een chemisch toilet was.
Nee, het was een “broyeur???” gewoon met water spoeling en afvoer.
We lieten de “broyeur” voor wat het was en gingen via een doorgang van ruw natuursteen en twee treetjes omhoog naar de woonkamer.
We waren op slag weg van de grote open haard met glazen deur in een zwart frame, gebouwd van grote stenen en dikke houten balken.

De plavuizenvloer, de natuurstenen muur, de balken in het plafond en het weidse uitzicht door de brede tuindeuren.
De glooiende weiden met in de verte een andere heuvelrug. Een grote wilg stond aan de rand van de tuin, met daar achter de mesthoop.


Verderop aan de andere kant stond nog een grote treurwilg, waarvan de sierlijke
takken als een groene waas naar beneden hingen.
Vervolgens werden we voorgegaan naar een andere ruime kamer. Hij opende het raam en de luiken en de zon gaf het camel kleurige stoffen behang ineens een warme uitstraling. 
Op de achterwand zat behang met de afbeelding van een berglandschap met groene Alpen en besneeuwde toppen over de gehele breedte en hoogte!
In gedachten noemde ik deze kamer gelijk de alpen kamer! Niet bepaald onze smaak! Vervolgens een slaapkamer, uitgevoerd in hetzelfde stoffen behang, maar dan in lichtbeige. 
Daarna nog een kleinere slaapkamer in lichtblauw. Zelfs de deuren waren bekleed met het stoffen behang en met houten lijstjes gedecoreerd.
Door de dikke muren waren er overal diepe vensterbanken, iets wat ik op een of ander maner altijd al erg romantisch vond.
Terug in de woonkamer, gingen we naar nog een grote slaapkamer aan de voorkant, de groene kamer.
Vijf kamers in totaal en in alle slaapkamers lag vaste vloerbedekking, aangepast aan de tinten van de muren, daar was over nagedacht!
Aanvankelijk keek ik raar op van de met stoffen behang beklede muren van de diverse kamers, wij in Nederland zaten uiteindelijk midden in het tijdperk van de witte
granol muren.
Wat Nederland?! Hier midden in het hart van Frankrijk voelde ik dat dit alles gewoon in dit huis hoorde. Het gaf een knus geborgen gevoel. 
We knikten ongemerkt goedkeurend naar elkaar om niet al te enthousiast over te komen.

Over het natuurstenen terras liepen we achter “Monsieur Dubois” aan naar de volgende deur.
Een ruime garage met weer een dikke natuurstenen muur met twee nissen er in. Via een lage houten deur, liepen we de volgende ruimte in, het “atelier”.
Op de vloer lagen nog de oude rode stenen  en de “gup” was nog te zien, dus de voormalige stal.
Aan de ene kant van de muur een aaneenschakeling van houten schappen en aan de andere kant een meterslange “instapklare” werkbank met tegen de muur een bord met haken en ogen voor gereedschap. Zelfs de nummers van de steeksleutels stonden genoteerd. T.L. balken en een rij stopcontacten en schakelaars maakten het geheel af. Een eldorado voor Joep!

Vervolgens mochten we een kijkje nemen op een immense hoge zolder met imposante eiken balken, kunstig geconstrueerd om de kap te steunen.
Op de begane grond kregen we nog een berghok en een houthok, beiden van ruime afmetingen. Het leek alsof er geen eind aan de rondleiding kwam.
Tot slot was tegen de buitenmuur aan het eind van het gebouw nog een tweede garage van zeker vijftig vierkante meter met golfplaten dak en simpele ruw houten muren gebouwd.
We werden nog even attent gemaakt op een van witte stenen gebouwd kippenhok met grote ren.

De volgende verrassing was een echter oude waterput, compleet met dakje, slinger en een lange ketting met een emmer. De waterput was gelegen aan de andere kant van het huis, naast het gedeelte waar de badkamer was. 
Achter de aanbouw van de badkamer, gingen we via een smal betonnen trapje naar nog een zolder. Deze zolder lag boven het woongedeelte.
We hadden nog nooit van ons leven zoveel ruimte in een gebouw gezien. 
De mensen die hier gewoond hadden waren met de restauratie niet met de Franse slag te werk gegaan en alles was zo schoon. Geen rondslingerende rommel, alleen het hoge onkruid en het hoge gras waren de storende elementen.
Deze “affaire” was inderdaad nog ”beller” dan we gehoopt hadden.
We kregen het steeds warmer, kwam het door de zon of door de opwinding/
Zou onze droom dan toch werkelijkheid kunnen worden?

Het volgende huis, wat er op de foto aantrekkelijk uitzag, was in werkelijkheid een regelrechte afknapper. De binnenplaats was omgeven met in elkaar gestorte schuren, die op de foto buiten beeld waren. De restauratie binnen in het huis was een zwakke afspiegeling van wat we in het andere huis net gezien hadden.
Als klap op de vuurpijl, buren onder hetzelfde dak!
Luidruchtige kinderen liepen in de tuin te rennen, iets waar Joep in zijn vrije tijd niet op zat te wachten.
Het uitzicht was weliswaar fantastisch omdat het nog hoger gelegen was dan het andere huis.
Vervolgens liet: “Monsieur Dubois” ons nog twee huizen zien. Een nieuw nog niet afgewerkt huis en een klein hoog huis.
Deze huizen wilden we zelfs niet van binnen zien.
We hadden onze droom al gevonden!

Op de terugweg naar Bourbon zat ik op de achterbank te rekenen, terwijl Joep zijn best deed in het Frans te converseren. Op dat moment waren de “cinquantes et soixantes” niet het sterkste punt in onze kennis van het Frans.
Dus toen we hoorden hoeveel de kosten koper zouden zijn, schokken we wel een beetje, hadden we het goed verstaan?
Voor de zekerheid liet ik het “Monsieur Dubois” maar opschrijven.
Een best bedrag! Uit het boekje van de Frans-Nederlandse Kamer van Koophandel wisten we al wel, dat Franse notarissen niet bepaald goedkope jongens waren.
Dankzij dit boekje kon ik hem naar de “barème rapide” vragen, een tabel waar voor iedere koopprijs het totaalbedrag aan kosten zou staan.
“Voilà” hij had hem op zijn schoot liggen en ik kreeg hem met de mededeling dat er hoogstens vijftienhonderd francs naar boven of beneden verschil in kon zitten, nonchalant naar achteren geschoven.
Eerst dacht ik nog wantrouwend, hij zegt maar wat, maar nee het stond er zwart op wit!
                    

                                         ****************************


RECEPT.

CRÊPES.

Aan de slag zou ik zeggen, er is géén woord Frans bij!!!


***************

donderdag 1 mei 2014

ZOEKEN, zoeken, zoeken.....

We wilden onze tijd, totdat het notariskantoor open zou zijn op maandagmiddag, nuttig besteden. We gingen dus op eigen houtje op zoek naar diverse huizen uit de advertenties.


Als eerste gingen we op zoek naar een voormalige molen in St.Aubin.
In het dorp was niets te zien dat op de afbeelding van de foto leek. We hadden ook niets anders verwacht, een voormalige molen, zou wel buitenaf liggen.
Gelukkig hadden net twee mannen de herdenking van de achtste mei achter de rug en waren op weg naar het café.
Wij lieten hen de advertentie zien en ze hadden een vermoeden waar het zou moeten zijn.
Wij volgden hun aanwijzingen zo goed mogelijk op, maar stonden ineens op het erf van een huis, wat er in de verste verte niet op leek.

De bewoner kwam nieuwsgierig kijkend naar buiten en wij vertelden hem, waar we naar op zoek waren en we lieten hem de foto zien.
Deze man had meer een vermoeden dat het aan de andere kant van de vallei lag en wees op een heuvelrij in de verte.
Hij gaf ons nog wat verdere aanwijzingen.

We reden door het heuvelachtige gebied via allerlei kleine wegen.
De wegen waren omgeven met hoge heggen in een sluier van teer groen, afgewisseld met het felle geel van de bloeiende brem en de bermen in wit en paars.


In de weiden huppelden de lammetjes achter hun moeders aan, terwijl sommige onderweg een volmaakte driedubbele rietberger maakten, alsof ze er jaren op geoefend hadden.
We genoten met volle teugen van dit gezoek.
Op een gegeven ogenblik waren we echter het spoor bijster en kwamen we terecht bij een meertje, omgeven door bomen en glooiende hellingen, begroeid met gras.
Aan de andere kant, boven het meertje, halverwege de heuvel lag een huis, waarbij twee auto`s stonden geparkeerd.
We besloten nog een poging te wagen en liepen naar de geparkeerde auto`s, waar een man en een vrouw, steeds vooraf gegaan door twee blije blaffende honden, met bagage liepen te sjouwen.
De vrouw, een aardige Engelse, nam de moeite om op een notitieblaadje, met de motorkap van hun auto als steuntje, een complete routebeschrijving te tekenen.
Ze wist het niet zeker, maar volgens haar leek het huis op de foto wel op het huis dat zij voor ogen had.

We maakten nog een praatje en we vertelden haar, dat we helemaal verrukt waren van de omgeving en bewonderden het plekje, waar hun huis lag.
We kregen gelijk een uiteenzetting over de verbouwing van het huis, welk gedeelte oud en wat nieuw was.
We gingen uit elkaar, toen we het er over eens waren, dat het “lousy weather” was en we het fris kregen in ons shirtje.
De zon deed alle moeite om door een wolkendek, dat was blijven hangen na een onweersbui in de nacht ervoor, heen te breken.
Ze stelde ons nog gerust door te zeggen, dat het stralende weer van de dag ervoor normaal was voor de tijd van het jaar.
Dit keer namen we met ”Goodbye”  en een “Goodluck” van haar kant afscheid.

Met haar routebeschrijving vonden we het huis moeiteloos.
Het leek inderdaad heel erg veel op het huis van de foto maar helaas, het was niet hetzelfde.
We gaven de hoop om de voormalige molen te vinden maar op en slippend in de modder keerden we om en sloegen een willekeurige richting in.
We hadden geen flauw idee meer waar we precies waren!
Joep sloeg op een bepaald moment een weggetje in, zonder enige aanduiding.
Ik zei nog: “Straks staan we weer op iemand zijn erf, dat vind ik zó brutaal”.
Joep, antwoordde alsof hij helderziend was: “Misschien vinden we zo nog een huis wat te koop staat, je weet nooit!”
Inderdaad aan het einde van het weggetje, stonden we voor een groot ijzeren hek met een bordje “À Vendre”  met een telefoonnummer.
“Zie je wel!”, zei Joep triomfantelijk.
We stonden voor een soort kabouterhuisje met twee kleine ramen met knalrode stenen kozijnen en een dichte houten rode voordeur. Het was onbewoond.
Joep sprong over het hek en liep in de richting van het huis.
Hij gleed bijna uit en riep: “Blijf maar bij de auto, want het ligt hier vol met schapenpoep”.
Hij keek vluchtig naar binnen, een keuken/kamer met een grote schouw en een slaapkamer, dat was alles zo te zien. De schuren op het erf waren echter van een reuzenformaat.
Joep, kwam op zijn tenen terug lopen en zei: “Volgens mij hadden die schapen de diarree, niet normaal meer wat een zooi!”
We noteerden het telefoonnummer, zodat we uit nieuwsgierigheid konden bellen om naar de prijs te vragen, maar we zeiden tegelijk: “Het plekje is wel mooi, maar het huis is veel te klein!”

Nadat Joep zijn schoenen zo goed als poepvrij waren, reden we terug naar de doorgaande weg.
We reden verder totdat ik een richtingaanwijzer met een plaatsnaam er op zag, die ik herkende.
Die kant gingen we op, omdat daar volgens de advertentie van de notaris twee huizen te koop zouden zijn.

In de verte zagen we het dorp al hoog op de heuvel liggen.


Een klein dorp met een dorpscafé dat tevens kruidenier en restaurant was en waar een paar ouwetjes er nog één namen op de bevrijding.
In de steile straat zagen we behalve het café, een postkantoor, de “Marie”, een school en een mini park.
De bewoners van de huizen in de straat hadden hun terracotta potten al in de vensterbanken en langs de muren op de stoep gezet.
De geraniums waren zo te zien net uit hun winterslaap ontwaakt.

Ongeveer een kilometer buiten het dorp, na een afdaling en twee scherpe bochten, zagen we ineens aan de linkerkant van de weg een naambordje van een huis, met daar onder een knalrood bord met “À Vendre” van de notaris uit Bourbon.

Dat moesten we zien, dus we draaiden het steile verharde weggetje op, met aan weerszijden de ons al bekende heggen.
Na een paar honderd meter ging de weg over in een onverhard gedeelte met grind.
Na een bocht met 4 statige eiken op een rij, reden we iets naar beneden.
We stonden voor een gesloten ijzeren hek met weer een bordje van te koop er op.
De bewolking was inmiddels dunner geworden en de temperatuur iets aangenamer.
We stapten uit en leunden met onze ellebogen op het hek. We stonden zo een hele poos te kijken en zeiden niets.

Achter het hek liep het pad met rechts een rij coniferen en links een grote treurwilg en een paar struikjes, nog een tiental meters door.
Het gebouw was misschien wel vijfentwintig meter lang, gebouwd van ruw natuursteen, een mengeling van hier en daar bijna wit en zandgeel en grijs. De voor de streek zo kenmerkende lagere aanbouw, afgesmeerd met cement.
De contouren van de deuren en ramen aangegeven door grote blokken zandsteen.

Alles onder één dak; aan de voorkant een klein raam, een toegangsdeur met afdakje, brede tuindeuren, twee donderbruine gesloten luiken, een garagedeur en nog twee bruine houten deuren.
Op een gedeelte van het hoge puntdak, met een schoorsteen, lagen nieuwe pannen.
Voor de entree, tuindeuren en de gesloten luiken, lag een verhoogd terras, waarvan het linker gedeelte halfrond was.
Voor het terras een ruime “cour” met grove kiezels.
Aan het hoge onkruid, de lege plantenbakken en een gesloten gordijn te zien was het onbewoond.
We keken elkaar vragend aan, in de hoop dat we allebei hetzelfde dachten en we zeiden beduusd tegen elkaar: “Dit is het hè?”
“Ja, helemaal, moet je zien hoe het ligt! Helemaal vrij en een eigen weg er naar toe”, zei Joep enthousiast.
“Durf jij weer over het hek te klimmen? Misschien kun je even naar binnen gluren?” vroeg ik erg benieuwd.
Joep sprong over het hek en liep naar de tuindeuren en kon door een spleet van de gordijnen naar binnen kijken.
Hij kwam vlug weer terug, want gezien onze vorige illegale bezichtiging in Fours, waren we voorzichtiger geworden.
“Het staat inderdaad leeg en volgens mij is het helemaal gerestaureerd!” zei Joep nog enthousiaster.
“Ik zag een mooie grote open haard, plavuizen op de vloer, een balkenplafond, dubbel glas in die deuren. Het terras is van natuursteen en bij die luiken loopt het helemaal door langs het huis in cement” somde Joep op.
Hij stond ook weer aan de legale kant van het hek en Joep vulde zijn verslag aan met: “En een mooi uitzicht als je op het terras staat, joh! Dit is het helemaal, hè?”
We moesten aan de woorden van Anneke, onze vriendin in de Dordogne denken:
“Er gelijk verliefd op worden….” en ik dacht: “Ja, ze heeft gelijk!”



                                                 ****************

RECEPT.

CLAFOUTIS.

Hier dan weer even een Franse klassieker; normaal gesproken gemaakt met kersen.
Maar met ieder andere vrucht, bijvoorbeeld voorradig in eigen tuin, smaakt hij ook heerlijk.
Ik gebruik altijd het onderstaande recept en zie dat maar als een soort "light" uitvoering. Hij smaakt prima zo en scheelt een hoop calorieën!

 Ingrediënten:

-verse kersen ontpitten of pot kersen op siroop,(uit laten lekken).
- 100 gr. bloem.
- 100 gr suiker (ik neem altijd 60 gr!)
- 3 eieren.
- 25 cl melk.
- 1 theelepel bakpoeder.
- beetje zout.
- boter om de vorm in te vetten.

Verwarm de oven voor op 180 graden
-Meng het gezeefde bloem met de suiker, beetje zout, bakpoeder en voeg vervolgens de losgeklopte eieren toe.
-Maak de melk een beetje warm en voeg dit toe en blijf roeren voor een mooi glad beslag.
-Vet de vorm in en leg de kersen in de vorm, giet voorzichtig het beslag over de kersen en zet de clafoutis 35 minuten in het midden van de oven op het rooster.

Erg lekker om hem lauw te eten als dessert met kersensaus en koud bij de thee, als er nog iets over is....

In de bakvorm staat een ander recept, maar ik houd me aan mijn " light"  versie, zonder boter!


                                                            ******************************